Appel-bramencrumble, volgens oud familierecept

Verwarm de oven voor op 190 á 200 °C. Meng de suiker samen met de bloem in een kom, snijd de koude boter in blokjes en voeg het aan het bloemmengsel toe. Tot slot: voeg een theelepel korianderpoeder toe (dat is dus hét geheime ingrediënt). 

Belangrijk voor de crumble is om het deeg met je handen te kneden. Wrijf de boter met je vingers door de bloem. Ga door tot het mengsel op broodkruim lijkt.

Tip van de familie: "We kneden het deeg altijd met de hand. Als je dat niet doet, dan wordt het één vast blok. Dat wil je niet, want het moet juist gaan kruimelen. En wat ook belangrijk is: je moet koude boter gebruiken. Anders wordt het te ‘degerig’.”

Voor de vulling: snijd de appels in blokjes. En snijd daarna de bramen in stukjes. Daarna nog wat kaneel erbij en een flinke schep bruine suiker erover. Doe het fruit in een ovenschaal en bestrooi met het kruimelmengsel. Zet de crumble in de oven en bak in zo'n 45 minuten bruin en gaar. 

Tip van de familie: "We eten de crumble altijd meteen warm op, dan smaakt ie het lekkerst! En als je er custard bij wilt eten, dat kan natuurlijk. De Engelsen serveren dat er vaak naast."