Kook het vlees ongeveer 2 uur in ruim water met de groentebouillonpoeder. 

Als het vlees zacht is, haal je het uit de bouillon en vul je de bouillon aan met water, zodat je in totaal 6 dl bouillon overhoudt. Laat het vlees afkoelen en pluis het uit elkaar. 

Smelt de boter in een pan. Fruit het gesnipperde uitje en meng er lepel voor lepel de bloem doorheen. 

Schenk al roerend de bouillon erbij en mix het geheel met een staafmixer tot een egale massa. 

Houd de pan op het vuur en blijf roeren tot een mooie stevige ragout. Roer het vlees en de gehakte peterselie erdoor en laat dit minstens 6 uur rusten. 

Rol staafjes van de ragout (niet te dik!) en haal deze door de bloem, vervolgens door het ei en tot slot door de paneermeel. 

Frituur de kroketten in olie van 170 graden, totdat ze goudbruin zijn.

Ga dan verder met het maken van de mosterd-dragonmayonaise. Neem een plastic maatbeker en plaats hierin eerst het eigeel en vervolgens de mosterd, poedersuiker, zout en het azijn. 

Schenk langzaam de olie erbij en plaats de staafmixer voorzichtig op de bodem van de maatbeker. Begin met mixen: eerst een paar seconden op de bodem en kom langzaam mixend met de staafmixer omhoog, totdat de olie volledig is opgenomen. 

Snij de dragon fijn en roer deze door de mayonaise.