Schil de pompoen en verwijder de zaadjes. Snij deze in stukken van ongeveer 4 centimeter. Kook de pompoen in water in ongeveer 20 minuten gaar met een snufje zout. Als de pompen gaar is giet je deze af en prak je het met een stamper fijn. Roer er 30 gram boter door en laat dit afkoelen.
 

Weeg het zelfrijzend bakmeel af zeef het. Klop de eitjes los. Laat de rozijnen weken in de rum en voeg er net zoveel gekookt water bij totdat de rozijnen helemaal bedekt zijn met vocht.
 

Voeg, wanneer de pompoen afgekoeld is, de melk en eieren aan het geheel toe. Roer er vervolgens met een spatel de bakpoeder, nootmuskaat, kaneelpoeder en het zelfrijzend bakmeel door.
 

Haal de rozijnen uit het vocht en dep deze droog met wat keukenpapier. Roer de rozijnen door het beslag, dek het beslag af en laat dit 15 minuten rusten.

Maak in de tussentijd het ijs. Doe de bevroren aardbeien en frambozen samen met de yoghurt in de keukenmachine. Voeg de vanillesiroop er aan toe en maal het geheel helemaal fijn. Haal het ijs uit de machine doe dit in een bakje en plaats het in de vriezer.
 

Als het beslag 15 minuten gerust heeft plaats je een koekenpan op het vuur met een klein beetje kokosolie. Laat de pan met de olie goed heet worden op matig vuur. Voeg een halve pollepel beslag in de pan en bak de pannenkoek ongeveer 2 minuten aan beide kanten goudbruin. Herhaal deze procedure. Maak ondertussen het water.
 

Maak het bord op; één zoete pannenkoek met het ijs, één hartige pannenkoek met rucola, geitenkaas en walnoten. De rest van de pannenkoeken opgestapeld en bestrooien met poedersuiker en siroop. Serveer het water hierbij.
 

Een gezond snackje maken van de pompoenpitten? Rooster ze! Kook hiervoor de pitten 20 minuten in ruim water met wat zout. Giet ze af en bestrooi ze met een mengseltje van paprikapoeder, chilipoeder en wat olijfolie. Rooster ze vervolgens in de oven op 200 graden, ongeveer 10 à 15 minuten.