Op het eeuwenoude erf 'De Rökker' runnen Henk en Ine een melkveehouderij met tachtig melkkoeien en jongvee. Sinds 2001 stellen zij hun erf open voor zestien hulpboeren met een verstandelijke handicap. Waaronder hun eigen zoon, die twee dagen in de week kunst maakt in het atelier op de boerderij.

Sinds 1150 hebben boerenfamilies, generaties lang lief en leed gedeeld op deze historische plek. Henk en Ine schrijven inmiddels hun eigen stukje geschiedenis in het Twentse Lonneker. Een groene werkomgeving waar tien hulpboeren met een verstandelijke beperking elke dag hun steentje bijdragen. Ook hun eigen zoon Richard maakt deel uit van dit team. Henk: 'Het heeft onze manier van leven verrijkt. Een dag op het erf is nooit hetzelfde. En anders zouden wij met z’n tweeën op de boerderij zijn en dat was het dan! Wat we nu doen is niet te vergelijken. Ook voor mij, ik word een dagje ouder en stevig werk kunnen de jongere mannen goed doen. Het ontlast ons ook.’

Zorgboerderij de Rokker | Foto: Zorgboerderij de Rokker

Opgroeien op de boerderij

Richard is de middelste van drie kinderen en woont thuis op de boerderij. Als kleine jongen leert hij alle reuring kennen die hoort bij het boerenleven. Samen met zijn zeven jaar jongere broertje verkent hij de boerderij en helpt met de dieren. 'Door Richard's verstandelijke beperking lag de focus erop dat hij zichzelf kon zijn binnen het gezin. Zijn broer en zus hebben veel rekening met hem gehouden, dat ging eigenlijk vanzelf. Zo heeft hij zich kunnen ontplooien op de boerderij en daarbuiten.'  

De kunst afkijken

Maar wat doorslaggevend blijkt is dat Richard in het kielzog van zijn zes jaar jongere broertje mee kan varen. ‘Wanneer zijn broertje de fiets pakte, sprong hij ook op de fiets. Wanneer hij naar zwemles ging, plonsde Richard naar zijn voorbeeld in het water. Bij al deze dingen dacht Richard: als hij het kan, kan ik het ook! Dat is een heel natuurlijk proces voor hem geweest. Dat hij mee kon in dat proces en zo de dingen leerde deed hem goed. Die veiligheid en dat vertrouwen is erg belangrijk voor hem geweest.’

Met de rolstoel over het erf

Deze lijn trekken Ine en Henk door bij het in leven roepen van de zorgboerderij. Een plek waar niet alleen zoon Richard terecht kan maar ook plek is voor meer hulpboeren. ‘Bij ons werken inmiddels zestien mannen, verdeeld over de week, tussen de 18 en 63 jaar. De kern is dat we ze veiligheid en vertrouwen bieden. Wij passen ons aan op hen, niet andersom. Bij het opzetten van de zorgboerderij werd het hele erf onderhanden genomen en gecheckt op hobbels, zodat je veilig met de rolstoel er overheen kan.'

Met de kruiwagen langs de dieren

Evengoed wordt de bedrijvigheid van de melkboerderij er niet minder op. ‘De werkzaamheden die deze hulpboeren doen horen bij ons bedrijf. Ze merken ook direct op wat het effect is van hun werk. Wanneer ze een kruiwagen met voer voor de dieren uitgooien komen de dieren er meteen op af om het op te eten. Ze zien aan de dieren dat wat ze doen functioneel is. Hoe wij op de boerderij te werk gaan is een bewuste keuze. In de weekenden voeren we de dieren mechanisch maar doordeweeks handmatig met de kruiwagens. Zoals ze dat vroeger ook deden. En dat werkt nog steeds erg goed binnen ons bedrijf.’

Door weer en wind

Het werk op de boerderij is routinematig en de hulpboeren leven met de seizoenen mee. Wanneer het herfst wordt: ruimen ze bladeren, ze zien vogels vliegen en de zwaluwen. Ze trotseren weer en wind om in de buitenlucht hun werk te doen. ‘Regen of kou; ik heb ze nooit horen klagen. We hebben een jongen die bij ons werkt die kan erg druk in zijn hoofd zijn. Wanneer hij naar een koe loopt en een gesprek begint, wordt hij daar heel rustig van. De koe wordt daar zelfs rustig van. De jongens raken hun energie kwijt door het werk dat ze doen en krijgen ook minder prikkels. Je ziet bij sommigen zelfs dat het medicatiegebruik omlaag is gegaan.’

Boeren op het erf van zorgboerderij de Rokker | Foto: Zorgboerderij de Rokker

Thuiszitten door corona

Tijdens corona blijven de mannen thuis. 'Een moeilijke tijd voor ons maar zeker ook voor hen’, zegt Henk. Afgelopen zomer mogen de hulpboeren voorzichtig weer aan de slag. Heugelijk nieuws, maar Henk en Ine maken zich ook zorgen over de overgang. Al gauw bleek dat de routine van het boerenleven in de geheugens van de mannen gegrift staat. ‘We moesten er erg om lachen. Ze kwamen hier het erf op en gingen weer aan de slag. Alsof ze nog gister aan het werk waren geweest. Geen vuiltje aan de lucht!’ Ine: ‘Ze maken echt ook deel uit van ons gezin. De meeste wonen in instellingen en sommige hebben ook geen ouders meer. Iedere dag wanneer ze weer aan het werk gaan is het alsof ze de dag van tevoren van vakantie terug zijn gekomen. Daar zijn we weer! Je geeft veel maar je krijgt veel terug. Heel veel waardering. Soms krijg je gewoon uit het niets een kusje of een knuffel.’

Geschreven door
Mina Amhil
Datum