Verwarm de oven voor op 175 graden. 

Ontdooi de loempiavellen. Snijd de lente-ui en de paksoi klein. Hak de Spaanse peper en de tenen knoflook fijn. 

Maak de glasnoedels volgens de verpakking. Verhit een wok met een scheutje olie en fruit hierin het pepertje en de knoflook. Voeg de lente-ui, wortel en de paksoi toe en roerbak het voor ongeveer één minuut. Voeg de glasnoedels en de taugé toe en verwijder de pan van de warmtebron.

Vet een springvorm met een doorsnede van 24 cm in en plaats één loempiavel op de bodem. Leg vervolgens zes vellen in de vorm om de randen te bedekken, met de helft van elk vel over de rand van de vorm. Houd één vel achter en schep dan de vulling in de vorm. 

Klop de eieren los en giet dit over de vulling. Verdeel vervolgens de pinda’s er overheen. Leg dan het laatste loempiavel in het midden op de vulling. Sla tot slot de overhangende vellen naar binnen, zodat de taart aan de bovenkant dicht is. 

Bestrijk de bovenkant licht met olie en bak het voor ongeveer 40 minuten af in de voorverwarmde oven.

Voor de gembersaus: breng het water met de suiker aan de kook. Rasp de limoen en de gember en voeg pas toe aan het suikerwater, zodra het kookt. Pers ook het sap van de limoenen erbij. Laat ook het limoenblad even meekoken. Voeg een snufje zout toe. Laat het koken totdat het mooi is ingedikt. Als laatste haal je het door een zeef.