Nieuwe smaken en recepten
Nog niet zo lang geleden vroeg een vriendin me of ik als vegan niet altijd min of meer hetzelfde eet. Een vraag die ik op zich wel snap, want als je de gebruikelijke dierlijke ingrediënten weghaalt van je bord, blijft er een schamele oogst over. Maar juist daardoor werd ik gedwongen om van de gebaande paden af te wijken, op onderzoek uit te gaan en een heel nieuw arsenaal aan recepten en smaken uit te proberen.
En niet alleen ik experimenteerde er lustig op los. Ook mijn familie ging op zoek naar vegan lekkernijen. Voor sinterklaas werden er pannenkoeken gebakken met lijnzaad als bindmiddel. De kaasfondueset werd gevuld met een gerecht op basis van witte bonen en currypasta. En voor een vegan kwarktaart werd omgereden om agar agar te kopen bij een biologische winkel ter vervanging van gelatine. Enfin: van altijd hetzelfde eten is duidelijk geen sprake.
Vlees als luxeproduct
Toch stond met kerst nog regelmatig een vleesgerecht op tafel. Want dat hoort. Een luxe maaltijd met meerdere gangen is een teken van hoop voor het komende jaar: dat het er maar (weer) één van overvloed moge zijn. En vlees was, net als suiker en kruiden trouwens, het ultieme teken van luxe. Daarbij kwam dat we van oudsher de dieren blijkbaar aan het begin van de winter slachtten om zo de donkere, koude maanden door te komen -als het land bevroren was en er niks groeide.
Maar vlees is al lang geen luxeproduct meer. Zo eten Nederlanders gemiddeld 76,1 kilo vlees per persoon per jaar. Dat is bijna 1,5 kilo per week. Waarbij overigens ook het gewicht van de botten is meegeteld, dus grofweg de helft daarvan verdwijnt daadwerkelijk in onze maag. Maar dan nog is het bijna 4,5 keer zoveel als in 1950 toen we ‘nog maar’ 17 kilo vlees per persoon per jaar aten.
Vega(n) gerechten winnen populariteit
Maar hoe lang duurt dat dagelijkse stukje vlees nog? Niet alleen zien we dat vega(n) gerechten aan populariteit winnen (het beste vegan restaurant van de wereld staat trouwens in Nijmegen – waarvan akte). Maar ook de prijzen stijgen. Zo was vlees in september bijna 17 procent duurder dan een jaar eerder. En geld is misschien nog steeds wel het beste middel om de massa in beweging te krijgen. Zo zetten we onze thermostaat immers allemaal pas lager toen de energieprijzen de pan uit rezen.
“Wat eten we dit jaar eigenlijk voor kerst?” vroeg ik mijn moeder daarom toen ik haar dit weekend aan de telefoon had. Een vraag die ze vroeger beantwoord zou hebben met ‘iets lekkers’, maar waar ze nu zo waar een hele concrete opsomming van gerechten op gaf. “Geen vlees?” vroeg ik, niet zo zeer voor mezelf, maar voor de rest van de familie. “Nee, want we hebben al genoeg lekkers dacht ik en ik heb geen zin om iets extra’s te maken. Bovendien eet iedereen toch steeds minder vlees.”
Minder vlees in het nieuwe jaar
Dit antwoord stemde me optimistisch. Want als een overvloedig kerstmaal bedoeld is als teken van hoop voor het komend jaar, zouden we in deze tijden van klimaatcrisis dan juist niet overvloedig vega(n) moeten eten? Zeker als we daarmee ook nog eens kunnen besparen, zonder dat we op lekker eten hoeven te beknibbelen? Als zelfs de supermarktbladen vegan gerechten ruimschoots in hun (kerst)assortiment opnemen, dan zijn we toch al een heel eind op weg naar ‘minder vlees’ en dus een overvloedig jaar?
BinnensteBuiten en het platform hetkanWEL delen hun missie om zoveel mogelijk mensen te inspireren om op een toegankelijke manier bewuster te leven. Wyke en Asceline gidsen ons in de vorm van een tweewekelijks column door de de wereld van duurzaamheid.