Sinds 2018 maakt interieur expert Theo-Bert Pot in BinnensteBuiten de wereld een beetje mooier. Om de week zien wij hoe de stylist rommelige huiskamers, kille slaapkamers of ongeïnspireerde gemeenschapsruimtes omtovert tot aangename en evenwichtige interieurs.
Theo-Bert Pot

‘Mensen geven zichzelf op en hebben hun eigen budget, niks wordt gesponsord. Iedereen steekt zijn handen uit de mouwen, staat te spijkeren, verven en behangen, zodat we aan het eind van de dag samen een metamorfose hebben gecreëerd. Onderwijl willen we de mensen ook een beetje leren kennen. Waarom doen ze mee? Ieder heeft zijn eigen verhaal en is op een of andere manier vastgelopen in de inrichting van een ruimte. Om mensen hierbij te kunnen helpen vind ik prachtig!’

Het genre van ‘de metamorfose’, zie je vaker op de televisie...
‘Ja, dat is zo, maar wat wij in BinnensteBuiten doen, is wezenlijk anders.  Wij laten zien hoe je met beperkte middelen een maximaal resultaat kunt neerzetten. Doordat de deelnemers alles zelf moeten betalen, werken we met kleine budgetten. Van een paar honderd euro tot een enkele uitschieter van 5000 euro. Maar dat maakt het voor mij als interieur-stylist minstens zo interessant. Je bent veel creatiever bezig dan wanneer je geld als water hebt en je overal designmeubelen kunt neerzetten. Met een eenvoudige ingreep zoals een andere kleur op de muur of effectievere verlichting, verander je al een hele hoop. En ook het hergebruik van meubelen is iets wat we vaak doen. En dat sluit weer goed aan bij BinnensteBuiten, waarin duurzaamheid zo belangrijk is.’

Je moet dus naast stilistische vaardigheden, ook beschikken over een groot inlevingsvermogen?
‘Dat klinkt zo gek om over jezelf zeggen. Maar ja, ik denk dat ik goed die dingen kan samenbrengen.  De redacteur en ik brengen altijd van tevoren een bezoek aan de deelnemers. Ik vraag natuurlijk naar hun smaak, luister naar hun levensverhaal en kijk scherp om me heen. Meestal zie ik het al snel voor me hoe het kan gaan worden. Ik vraag de mensen ook naar hun hobby’s of andere dingen die ze bezighouden, zoals reizen of kunst. Wat zien we daarvan terug in de ruimte? Sommige mensen fotograferen veel, maar je ziet het nergens hangen. Soms kan de kleur in een dierbaar schilderij, een uitgangspunt vormen voor een nieuwe kleur op de wand. Waardoor èn het schilderij èn de kamer, letterlijk beter uit de verf komen.’

‘Mensen vinden het vaak lastig om met woorden uitdrukking te geven aan hun woonwensen. Daarom is het belangrijk om goed te luisteren naar hoe men iets vertelt. Voel je je onbehaaglijk in een kamer, is er behoefte aan warmte of is de orde zoek? Met een nieuwe kleur, een behang of stof probeer ik mensen uit hun comfortzone te trekken, want die beperkt alleen maar.  Het oude kastje van oma schuren we op, de tafel draaien we om, de lamp spuiten we over... Het levert vaak een onverwacht resultaat op.’

Theo-Bert Pot

Krijg je carte blanche?
‘Ik doe het altijd in overleg. Door middel van een ‘moodboard’ probeer ik de sfeer weer te geven die ik wil creëren. Vaak schrikt men nog wel eens van mijn kleurgebruik. Ik hou van sprekende en diepe kleuren. Die geven zoveel verandering aan een ruimte. Maar veel mensen durven dat niet. Niet zonder hulp. Soms vinden ze het tijdens de opname ook nog eng, maar gelukkig zijn ze altijd enthousiast aan het eind van de dag. Na de opnames, krijg ik nog wel eens een appje van mensen die de volgende dag wakker worden, de woonkamer inlopen en dan heel blij worden. Of dat ze ’s nachts nog even met een kopje thee door de veranderde ruimte lopen en genieten. Dat is een prachtig compliment.’

Theo-Bert is opgeleid als grafisch ontwerper aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Zijn aandacht ging al snel uit naar interieurs. Hij publiceerde voor woontijdschriften, ging zelf foto’s maken en startte zijn populaire blog The Nice Stuff Collector over interieur, styling & design. In 2016 won hij hiermee een Blog Award. Inmiddels heeft hij meer dan 88.000 volgers op Instagram.

‘Op de academie leerde ik hoe je als ontwerper een pagina opmaakt en nadenkt over het concept in bijvoorbeeld een tijdschrift. Daardoor heb ik een goed oog gekregen voor hoe objecten in een interieur zich verhouden tot elkaar.  Zet je dingen tegenover elkaar of als een groepje bij elkaar. Door zo te denken wordt een ruimte logischer en straalt het meer rust uit. Hoewel rust, ik ben zelf niet bepaald van ‘less is more’ eerder van ‘more is more’. Maar uiteindelijk ben je altijd op zoek naar de juiste harmonie.’

‘Als stylist voeg je je natuurlijk naar de wensen van je klant. Maar net als elke stylist heb ik een eigen handschrift. En ik hou van combineren. Oud en nieuw door elkaar, het mixen van kleuren en dessins. Eclectisch. Moet je eens bij ons thuis kijken, dat is echt overdaad! Maar ik ben ik altijd op zoek naar balans. Neem nou een woest patroon. Mensen zijn er vaak bang voor, maar door de juiste combinatie van kleuren kun je een effect versterken of verzwakken. Daarin ligt voor mij de uitdaging.’

Ik hou van combineren. Oud en nieuw door elkaar, het mixen van kleuren en dessins.
Theo-Bert Pot
Theo-Bert Pot kamer

Wanneer begon die fascinatie voor kleur?
‘Ik weet nog goed dat ik als kind op zondag de tafel hielp dekken. We hielden thuis van lekker eten en mijn vader kookte dan. Dan vond ik het leuk om vaasjes water te kleuren met crêpepapier. Ik moet een jaar of acht geweest zijn en was toen al druk aan het decoreren. Geweldig vond ik dat! Mijn ouders hadden altijd kledingzaken en stimuleerden mij ook in mijn creativiteit. Toen ik naar de middelbare school ging, nam mijn moeder mij mee naar woonwinkels om een bureau te kopen. Maar ik vond het gewoon niet mooi. Veel liever had ik een glazen plaat met een paar stapelbare kubusjes. Ik zag het helemaal voor me. Uiteindelijk kreeg ik mijn zin. We gaven het bureau weg en ik kon eindeloos variëren met mijn eigen samengestelde studeerhoek. Later, toen ik een studentenkamer had, kwam mijn vader vaak langs om samen te brainstormen. Ik zie ons nog zo voor me, in dat kamertje dat werkelijk alle kleuren heeft gehad. Hele dierbare herinneringen.’

En inmiddels ben je niet meer weg te denken als expert huisraad van BinnensteBuiten.
‘Ik vind dat wel heel bijzonder dat ik de kans heb gekregen om hierin te groeien. Want televisie maken was voor mij totaal nieuw. Je hebt eigenlijk maar een halve dag om te klussen, want je moet ook nog opnames maken, gesprekken voeren en voor je het weet is de dag voorbij. Maar stress ervaar ik niet, ik hou wel van deadlines. Wat het interviewen betreft heb ik veel geleerd. In het begin dacht ik dat ik luisterde, maar doordat ik het verhaal al kende, vulde ik de antwoorden veel te snel in. Ook ben ik geneigd om stiltes te doorbreken. Maar mensen gaan dan vaak juist praten, zolang je zelf maar echt blijft luisteren.’

Hoe vind je het om jezelf te zien en te horen?
‘Raar. Ik vond het in het begin heel lastig om naar mezelf te kijken. Je stem klinkt zo anders dan je denkt. Ook het gebruik van stopwoordjes valt me op, best confronterend. Maar van anderen hoor ik dat ik toch echt mezelf ben. Laatst waren we bij iemand voor een opname, die zei toen de camera uitging: ‘Grappig, jij bent in het echt nèt zoals op tv’. Dat vind ik wel fijn, dat ik blijkbaar authentiek ben.’

Welke metamorfose(s) voor BinnensteBuiten vind jij het meest geslaagd?
‘Dat zijn er twee. Eentje in een bejaardentehuis. Daar woonde Grietje die had een aantal heftige auto-ongelukken gehad en kon daardoor niet meer zelfstandig leven. Ze woonde in een verzorgingshuis in een kamer die totaal uit balans was. Centraal stond een heel groot bed, waar ze meestal op lag en daaromheen was alles maar neergezet en je keek direct de keuken in. Het oogde heel rommelig allemaal. We hebben daar met eenvoudige middelen zoals kleur en het verplaatsen van kasten, samenhang en gezelligheid in kunnen brengen. Ze was er zo blij mee! Haar kamer werd die fijne plek waar ze zo behoefte aan had, want er was al zoveel onrust in haar lijf.’

‘Wat ik ook een mooi verhaal vind is dat van een gezin uit Maarn met vijf kinderen! In de woonkamer wilde ieder zijn eigen plekje en dat zag er niet uit. Met vintage en nieuw design heb ik van de woonkamer een soort loft gemaakt, met plekjes voor iedereen om muziek te maken, te lezen, tv te kijken en voor de open haard te zitten. Alles in een ruimtelijke balans. Later gingen ze verhuizen en hebben ze met de verkoop van het huis de halve inboedel mee verkocht, omdat de mensen die kwamen kijken zeiden dat ze het eigenlijk precies zo wilde hebben zoals ze het aantroffen. Inclusief spullen. Dat zie ik als compliment!’

Theo-Bert woont samen met zijn vriend Jelle, die interieurarchitect is, in Den Haag. Ze werken regelmatig samen voor o.a. foto shoots van projecten. Niet zelden is hun eigen woning een proeflaboratorium voor kleur en vorm. Hun foto’s zijn regelmatig te zien in tijdschriften en op Instagram. Theo-Bert werkt ook voor zichzelf als interieur stylist voor particulieren.

‘We hebben thuis meters aan interieurboeken. Niets fijners dan daarin te bladeren. Ik ben natuurlijk druk op Instagram en je surft gemakkelijk van het ene plaatje naar het andere. Maar foto’s in boeken en tijdschriften dwingen je te focussen. Je ziet meer, door de beperking. Ook lopen we vaak ter inspiratie hotels in om te kijken. Als we drie dagen in Parijs zijn, dan boek ik een hotel zonder ontbijt en eten we steeds ergens anders. Dan kijken we onze ogen uit. Die ogen staan bij ons altijd open.’

Die durf, daar ontbreekt het in Nederland een beetje aan
Theo-Bert Pot

Hoe inspirerend vind jij Nederland?
‘We zijn de laatste jaren in Nederland erg van de Scandinavische vormgeving; zeer minimalistisch. Maar ik zie gelukkig steeds meer variaties in kleur. Mensen denken na over de soort verf; mat, glanzend of kalk. Ook maken we in onze huizen steeds bewuster gebruik van textiel, maar we zijn er nog niet. Zoiets als licht en lichtverdeling vindt men vaak nog heel moeilijk. Gelukkig zie je door de vele interieurprogramma’s dat er van alles mogelijk is. Dat het bijvoorbeeld ook heel sfeervol kan zijn om een tv-kamer in een donkere tint te schilderen. Kijk eens naar Engeland of Amerika, daar verven ze met gemak hele wanden in een uitgesproken kleur. Of ze laten àlles behangen. Die durf, daar ontbreekt het in Nederland een beetje aan.’

En hoe ontwikkelt jouw smaak zich?
‘Ik weet wel zeker dat ik nooit in een heel leeg strak wit glanzend interieur zal eindigen. Kleur hoort gewoon bij mij. Het liefst ben ik iedere dag met kleur bezig in huis. Dit hoeven natuurlijk niet per se donkere kleuren te zijn, dit kunnen ook verschillende rustige en lichte tinten zijn. Om bloemen in een vaas te zetten en daar weer foto’s van te maken voor Instagram. Maar het gekke is, hoe kleurrijk mijn werk ook is, hoe basic ik er zelf uitzie. Daar voel ik me comfortabel bij. Maar soms als ik mezelf zie in BinnensteBuiten, in bescheiden blauwgrijs denk ik ook wel: kan het niet wat fleuriger!’

Kan jouw huis ook wel een make-over gebruiken? Meld je aan voor het nieuwe seizoen van BinnensteBuiten.

Ga naar het aanmeldformulier

Geschreven door
Nathan Plas
Datum