Ken je de uil alleen uit sprookjes? Dit is hét seizoen om er een te spotten!

Zo mysterieus als de uil, zo zijn er maar weinig. En dat is niet zo gek, want het beeld dat we van het beestje hebben is grotendeels gebaseerd op tegenstrijdige vertellingen. Met z’n voetsporen in de Griekse mythologie en alwetende vertellersrol in de Fabeltjeskrant houden we de uil als symbool van wijsheid graag in stand. Maar een kluns die een onhandige actie begaat, noemen we nog altijd een uilskuiken. De vele donzige veertjes zorgen voor een grote aaibaarheidsfactor, maar zodra ‘ie z’n vleugels uitslaat en de keel open gaat, zetten we het liever op een lopen. We voelen ons vertrouwd met het dier door Harry Potter en biologielessen met uilenballen, maar wanneer kom je nou in levende lijven een uil tegen? Dat gebeurt tegenwoordig maar zelden. Maar ze bestaan, niet alleen in films en prentenboeken, óók in de natuur om ons heen. En zeker de ransuil laat zich in deze tijd van het jaar goed spotten!

Door Monique Morshuis

Hoe herken je een ransuil?

Met z’n boomschorsachtige verenkleed, knaloranje ogen en sierlijk opstaande oorpluimen heeft de ransuil veel weg van de onmiskenbare opper-uil, de oehoe. Maar het ransuiltje is twee keer zo klein, van nature een stuk slanker en zeker bij dreigend gevaar kan de vogel zich dun maken, waardoor je ‘m haast niet ziet. De kenmerkende oorpluimpjes zijn geen oren, maar veertjes die omhoog gaan staan als de ransuil alert is. De oren van de ransuil zitten aan de zijkant van z’n kop en zijn kleine gaatjes, aan de ene kant net wat hoger geplaatst dan aan de andere kant. De oorpluimpjes helpen om geluid op te vangen, wat voor het vinden van voedsel erg belangrijk is voor de ransuil. Een ransuil die met z’n koppie zit te draaien is zich aan het focussen op de positie van z’n prooi: daar waar het geluid vandaan komt moet hij zijn!

Hangvogels

Het imago van de oude wijsgeer die de dag vooral duttend doorbrengt past de ransuil als een jas. Als nachtdier pur sang moet er overdag natuurlijk worden bijgetankt, en dat doet de ransuil in koude maanden het liefst op zogenaamde roestplaatsen. Samen met soortgenoten verzamelen ze op vaste hangplekken om te ‘roesten’. Soms jaar in jaar uit op dezelfde plek. Ogen gesloten, snaveltjes toe en dan met vijf, zes, soms zelfs tien vrienden dicht bij elkaar wachten tot de schemer inzet. De ideale roestplaats bevindt zich in naaldbomen, lekker hoog, rustig en het hele jaar groen dus dekking is gegarandeerd. Ook met klimop bedekte loofbomen en andere bomen die het hele jaar groen blijven zijn favoriet. Verder is het natuurlijk belangrijk dat er in de buurt van de roestplaats veel voedsel te vinden is, zoals muisjes. De roestplaatsen tref je aan in het bos, maar ook in achtertuinen in een woonwijk of op groene plekken in de stad. Ondanks z’n scherpe oren kan de ransuil het stadse lawaai prima hebben. Gelukkig maar, want zeker in de winter is de kans op een voedzame maaltijd hier vaak het grootst.

Als de avond valt..

Zodra de zon onder gaat komt de ransuil in beweging. Beetje roepen om de concurrentie op afstand te houden en dan, wanneer het écht donker is de vleugels uitslaan en op jacht. Door de bouw van z’n vliegapparaat en de samenstelling van de verenvacht vliegt de ransuil geruisloos, wat maakt dat-ie ook tijdens het vliegen z’n prooi nog steeds kan horen… En dat de ransuil ondertussen niet zelf gepakt wordt natuurlijk! 

Volg het spoor

Wie een ransuil wil spotten, maakt in het holst van de nacht dus een goede kans. Maar als je weet waar je op moet letten kun je ook bij daglicht een roestplaats aantreffen. En met een beetje geluk heb je meteen een hotspot van jewelste te pakken. Bomen met veel witte poep langs de stam en braakballen rond de voet, verraden de roestende ransuil. Ransuilen gaan graag dichtbij de boomstam zitten. Dus als je boven je hoofd een verticale verdikking langs de schors ziet verschijnen, dan zou het zomaar eens een ransuil kunnen zijn. En onthoud: een ransuil roest zelden in z’n eentje, dus heb je een exemplaar gespot, kijk dan meteen even verder of je er nog meer ziet zitten!