Voor Johan en Anne zijn schapen niet zomaar schapen. Naast hun drukke baan als predikant en processor in de zorg vinden de twee de rust bij hun tachtig oerschapen van verschillende rassen. ‘Het leukste aan schapen vind ik dat ze een eigen karakter hebben. Het groepsgedrag bij deze dieren vind ik heel bijzonder’, vertelt Anne.
Elk schaap heeft een eigen karakter!
Toen de twee elkaar negen jaar geleden leerden kennen via een datingsite, kwamen ze al snel achter hun gedeelde passie voor schapen. Inmiddels worden al hun tachtig schapen met veel liefde en zorg behandeld op hun boerderij in Sinderen. Zo hebben ook álle schapen een naam. De schapen worden genoemd naar hun afkomst. ‘Zo heten de schapen bijvoorbeeld Iver en Iona, vernoemd naar de plaatsen in Engeland waar ze vandaan komen’, vertelt Anne. ‘Ook geven we ze andere namen als ze een Spaanse bloedlijn hebben in plaats van een Engelse bloedlijn. Soms is het wel lastig om het onderscheid te maken, als je bijvoorbeeld twee zusjes hebt die heel erg op elkaar lijken. Maar naar mate ze ouder worden krijgen ze littekens of mist er bijvoorbeeld een stukje van hun oor waardoor je ze makkelijker herkent.’
Wildebrassen
Anne en Johan hebben zeven verschillende soorten schapenrassen. Twee soorten daarvan, de Norfolk Horn en de Portland schapen lopen op de hei, in de buurt van hun boerderij. Deze soorten zijn minder doorgefokt en daarmee een stuk wilder. ‘Van nature is het schaap een dier wat heel sober leefde. Als ze té goed gras eten krijgen ze diarree.’ Zodra de schapen weer binnenkomen, worden ze ook weer een stuk tammer. Maar dat zijn Anne en Johan niet van plan. ‘Het geeft ons ook een goede reden om elke dag de hei te bezoeken. Ze lopen wel op een omheind natuurgebied, om ze nog een beetje tam te houden. Vaak herkennen ze al het geluid van de auto, dan weten ze dat ze eten krijgen. We houden zo toch goed een oogje in het zeil, omdat je ook niet wil dat ze volledig verwilderen.’
Norfolk Horn en Portland schapen zijn zeldzaam
De hobbyboeren zorgen er zo samen voor dat deze uitstervende schapenrassen in stand blijven. ‘Dat doen we ook door deze schapenrassen in Nederland te promoten. Wij zijn er nu net mee begonnen, maar we merken dat steeds meer mensen enthousiast worden.’ De mannen zijn lid van de Vereniging van Speciale Schapenrassen. Daar leren ze weer nieuwe eigenaren van verschillende rassen kennen. ‘We hebben er zelf voor gekozen om de Norfolk Horn en de Portland schapen tot ons speerpunt te maken. Het zijn hele mooie schapen, maar vooral ook heel zeldzaam.’
Even oversteken
Deze schapen komen uit Engeland, toch is het geen kwestie van 'even oversteken'. ‘We hebben nauw contact met de fokvereniging daar.’ De Norfolk Horn en de Portland rammen komen daar allemaal vandaan. ‘In Nederland waren ze er al niet meer en je moet toch vers bloed krijgen, anders krijg je inteelt.’ De mannen ervaren wel complicaties met het halen van de bijzondere schapen uit Engeland. ‘Door de Brexit is dit momenteel erg lastig. Je moet aan allerlei regelgeving voldoen. Voor de Europese Unie hebben ze een bepaalde regelgeving opgesteld, maar daar valt Engeland helaas niet meer onder. Het is noodzakelijk dat hier toch iets in verandert. Er zijn namelijk meer schapenrassen die afhankelijk zijn van Engeland. Het is een lastige, politieke kwestie. En daarmee ook een kwestie van geduld.’
Op zoek naar sterke genen
Het doel van de mannen is niet om te fokken met de schapen. ‘Onze Portlandschapen worden niet groot (ze groeien langzaam) en ze krijgen maar één lam per keer. Maar je weet niet waar een ras goed voor is. In Engeland staat de Portland nu enorm in de picture: deze soort heeft wellicht een bepaald gen waardoor ze resistent zijn tegen kanker. Het is heel interessant om verder onderzoek te doen naar dit gen en of er bij mensen ook zoiets bestaat. Je weet nooit wat er genetisch nog in die beesten zit, wat in de toekomst heel nuttig zou kunnen zijn. Alleen om die reden is het al van groot belang om deze uitstervende schapensoort in stand te houden.’ Anne is er dan ook van overtuigd dat er veel winst valt te behalen bij het behoud van zoveel mogelijk soorten schapenrassen.