Video in het kort
IJmuiden staat bekend om de haven en industrie, maar het is juist ook een perfecte plek voor veel zeevogels in de winter. Vogelaar Camilla gaat samen met haar vader met de boot en op het strand kustvogels spotten. IJmuiden is voor Camilla extra bijzonder omdat daar de liefde begon met vogelaar Arjan.
Camilla en haar vader waren op zoek naar volgende vogels:
- Jan-van-Gent: grote zeevogel. De Jan-van-gent leeft ver op zee, maar met een beetje geluk (of de juiste wind) kan je hem soms vanaf de kust zien.
- Kuifaalscholver: zijn zeldzaam in Nederland. Ze zijn hier alleen in de winter in tegenstelling tot de Aalscholver. Kuifaalscholvers zijn kleiner dan Aalscholvers en hebben een zogenaamde ‘potloodsnavel’. Een dunne, rechte snavel. Daarnaast hebben ze een rechter voorhoofd waar in de zomer een kuifje op komt. In Nederland zijn het meestal jonge Kuifaalscholvers. Te herkennen door een bruine kleur. Jonge Aalscholvers zijn zwart met een witte borst.
- Fuut: heeft grote oor pluimen en 'bakkebaarden' tijdens het zomerkleed. Vliegend zijn de witte vleugelstrepen duidelijk zichtbaar. De snavel is relatief lang, dun recht en bleek van kleur. Zwartachtige grote poten, met gelobde tenen.
- Aalscholver: heeft zwart verenkleed met groene en blauwe waas. Rondom de snavel geel. Zit vaak met de vleugels gespreid. Vliegend is het net een sigaar met vleugels en zwemmend valt meestal alleen de kop en de lange nek op; het lichaam ligt diep in het water.
- Grote Mantelmeeuw: de grootste meeuwensoort ter wereld. Wit verenkleed met zwarte donkergrijze (nog donkerder dan kleine mantelmeeuw) vleugels en rug. Gele snavel met rode vlek en roze pootjes met zwemvliezen.
- Kleine mantelmeeuw: heeft gele poten met zwemvliezen en een donkergrijze mantel met zwarte vleugelpunten. Jonge vogels zijn bruinig gespikkeld. In volwassen kleed is de kop hagelwit. Het oog is geel. Heeft een dikke gele snavel met rood vlekje op de onder snavel.
- Steenloper (engels: Ruddy Turnstone): in Nederland vind je ze alleen in de winter en dus heeft de vogel een winterkleed. Steltloper met oranje pootjes en bruine rug en kop.
- Scholekster: lange rode snavel, oranjeroze poten en een zwarte kop, zwart bovenlichaam en een wit onderlichaam. Staan vaak in grote groepen in hoogwatervluchtplaatsen, en kijken met z’n allen dezelfde kant op.