Overvolle kledingbakken
Ik was de afgelopen tijd echt niet de enige die zichzelf deze vraag stelde. Ik ging dan misschien verhuizen, maar tijdens de lockdown was heel Nederland massaal aan het ontspullen. Zolders, kelders en kasten werden rigoureus onder handen genomen. Terwijl kledingbakken en kringloopwinkels overvol raakten, creëerden we in huis meer ruimte en rust. Heerlijk, vooral als je thuis constant op elkaars lip zit en spullen letterlijk verstikkend kunnen werken, zoals de Brit James Wallman al fijntjes omschreef in zijn boek Stuffocation: living more with less. Maar hoeveel is minder? Is er een ultiem aantal?
Waarom kopen wij al die spullen eigenlijk?
Bezit als een last
Een paar jaar geleden interviewde ik voor hetkanWEL de Japanse minimalist Fumio Sasaki over zijn boek Vaarwel Spullen. Sasaki was ooit wat hij zelf noemde een ‘maximalist’, maar al dat bezit voelde voor hem als een last. Het gaf stress in plaats van plezier. Door er afstand van te doen, voelde hij zich licht, vrij en gelukkig. Hij woonde in een leeg huis zonder meubels. Al zijn bezittingen pasten in een rugzak, hij droeg elke dag een wit overhemd en een zwarte broek (hij had van alles 3 exemplaren) en hij sliep op een matje dat hij elke avond uitrolde. Voor Sasaki was één ding duidelijk: spullen maken niet gelukkig.
Zwart, wit en denim
Sasaki ging wel erg ver, ik vond het nogal spartaans, maar hij inspireerde me wel en ik besloot zijn voorbeeld van ontspullen te volgen. Het feit dat Sasaki in een iets andere situatie verkeerde dan ik – hij woonde alleen en ik met man, twee kinderen, drie katten en een hond - vergat ik voor het gemak even. Vol goede moed ging ik aan de slag. Alle laden en kasten gingen open. Papieren, boeken, kindertekeningen, sinterklaasgedichten, dagboeken en kaarten bracht ik naar het oud papier. Een groot deel van mijn kleding gaf ik aan vriendinnen. Ondertussen negeerde ik het stemmetje in mijn hoofd dat zei “je gaat nu echt te ver”. En dat was ook zo.
In plaats van licht en vrij, voelde ik me doodongelukkig
Een goede voorbereiding
Mijn huis was misschien nog nooit zo netjes geweest, maar in plaats van licht en vrij, voelde ik me doodongelukkig. Het was alsof de ziel samen met alle spullen mijn huis had verlaten. Voor mij was het in een klap duidelijk dat ontspullen of minimaliseren een proces is, dat je goed moet voorbereiden. Bijvoorbeeld met behulp van de 30-Day Minimalist Game, waarbij je op de eerste dag 1 ding wegdoet en op dag dertig – je raadt het al – 30 items. En het liefst doe je het samen met iemand anders om elkaar te motiveren of juist af te remmen. Er is namelijk geen universeel aantal spullen dat je gelukkig maakt. Dat is voor iedereen persoonlijk. Het gaat om de balans die je vindt. Je bezit moet voor je werken en je niet verstikken of stress bezorgen.
Een duurzame lifestyle maakt gelukkig
Maar om gelukkiger te worden, moeten we misschien een andere discussie voeren. Want waarom kopen we al die spullen eigenlijk? Vaak om onszelf te troosten, te belonen of simpelweg omdat we ons laten verleiden door marketing en reclame. Maar het geluksmoment dat volgt, is vaak maar kortstondig en een grote berg spullen kan wel degelijk verstikkend werken. Weet jij wat er allemaal in je kledingkast, je huis of je schuur ligt? Ontspullen zorgt ervoor dat je je lichter voelt en meer overzicht hebt, maar dat gevoel bereik je ook door minder te kopen. Of door alleen iets aan te schaffen dat je écht nodig hebt en daarbij te kiezen voor tweedehands spullen of duurzame merken. Als je bewust consumeert, geniet je namelijk langer van je aankopen en uit onderzoek blijkt dat duurzaam gedrag je gelukkig maakt.
BinnensteBuiten en het platform hetkanWEL delen hun missie om zoveel mogelijk mensen te inspireren om op een toegankelijke manier bewuster te leven. Wyke en Asceline gidsen ons in de vorm van een 2-wekelijkse column door de de wereld van duurzaamheid.