In de Hoeksche Waard verbouwen broers Hans en Jan biologische prei en andere vollegrondsgroenten. Ze runnen tot 1997 een traditioneel familiebedrijf en besluiten dan om het over een andere boeg te gooien. Ze stappen over op biologische landbouw en verdiepen zich in de christelijke principes van het rentmeesterschap. ‘Goed voor de aarde zorgen, dat is de essentie.’

Van chemisch naar biologisch

Hans volgde de opleiding Biologische Landbouw in Dronten. Zijn vader had toen nog een gangbaar boerenbedrijf. 'Ik had nog nooit van biologische landbouw gehoord'. Het sprak hem aan dat je zonder chemische middelen en zonder kunstmest kan telen. De biologische landbouw stond in die tijd nog in de kinderschoenen.

Tijdens zijn opleiding woonde Hans in huis met een Soefi (een aanhanger van het soefisme, een stroming binnen de Islam, red.). Zijn huisgenoot wees hem op het gebruik van chemische middelen in het boerenbedrijf. 'Hoe kan je als christelijke boer chemische middelen over je gewassen spuiten? Hoe verantwoord je dat tegenover de Schepping, tegenover God?' Dat zette mij enorm aan het denken, want ik ben reformatorisch opgevoed. Waar ben ik mee bezig? Milieuvervuiling en chemische middelen over je eten. Dat kan niet. Op dat moment ben ik gaan nadenken over wat het begrip rentmeesterschap voor mij betekent.

Hans Rozendaal met Rosah van Schendelen tijdens de opnames

Grond in bruikleen

Hans en Jan hebben, zoals ze dat zelf liever noemen, een stukje grond in bruikleen van God. ‘Het is een Bijbelse opdracht dat we de aarde moeten bebouwen en bewaren en dat betekent dat je er goed voor moet zorgen. Ook het woord rentmeesterschap zegt het al. Je moet aan hetgeen wat je in bruikleen hebt gekregen waarde, ofwel rente, toevoegen en ik denk dat biologische landbouw de beste manier is om dat te doen.'

De beginjaren van het biologisch boeren waren niet makkelijk. 'Het was op een houtje bijten, want pas twee jaar na de laatste bespuiting mag je je producten biologisch noemen. Op dat moment val je tussen twee verschillende afzetmarkten in.' Gelukkig gaat het nu goed met het bedrijf. ‘Dat komt onder andere doordat verschillende grote supermarkten veel meer biologische groenten zijn gaan verkopen. Onze afzetmarkt is enorm gegroeid. Gelukkig maar, want ik zou niet meer terug willen naar een gangbaar boerenbedrijf.’

De essentie van het leven

'Ik zie boeren volgens christelijk rentmeesterschap als de essentie van het leven én het boer zijn. Dit ben ik en ik zou niet anders kunnen. God vraagt of we goed willen zijn voor de aarde en voor mij is het vanzelfsprekend om daar gehoor aan te geven. Als het anders zou moeten, dan zou ik geen boer meer willen zijn.'