Midden in de Utrechtse binnenstad, ligt de Trans. Een rustig straatje met eeuwenoude bebouwing. Op nummer 13 staat het Roode Huys. Een zeventiende-eeuws woonhuis met grote allure.

Met de paplepel ingegoten

Paul Smit (82) is de eigenaar. Hij kocht het sterk vervallen pand in 1970 met het plan het binnen vijf jaar te restaureren. Die vijf jaar werden er vijftig. Iedere kamer, elk meubelstuk werd door Pauls kundige handen teruggebracht in authentieke staat.

Paul Smit: ‘Ik kom uit een groot druk gezin met creatieve ouders. Mijn vader was dirigent en mijn moeder was handig met naald en draad. Ze kon van niets iets maken. Die handigheid heb ik gelukkig van haar meegekregen. En mijn vader nam mij mee naar veilingen en leerde me mooie items spotten. Dus ik had de perfecte basis meegekregen om iets bijzonders te maken van dit pand.’

Ik kocht het voor 80.000 gulden
Paul Smit, eigenaar van Het Roode Huys

Slopen of niet?

De destijds 31-jarige Smit, kocht het huis voor 80.000 gulden. De makelaar adviseerde hem de boel te slopen, maar na het zien van de antieke vouwsleutel van de voordeur, wist Smit het zeker; het Roode Huys moest in zijn oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Als klein jongetje al, gluurde hij hier altijd naar binnen. ‘Er zat toen een antiquariaat in. Ik weet nog dat ik net groot genoeg was om door de ramen naar die antieke boeken te kijken, toen al vond ik het huis fascinerend.'

Groots opgezet

Het huis heeft een oppervlakte van 367 vierkante meter. Het voorhuis is het oudst en stamt uit 1620. 'Toen ik erin kwam was het een totale bouwval. Het was smerig en zo lek als een mandje. Als het regende stonden hier in de voorkamer grote plassen water. Een van de eerste dingen die ik hier realiseerde was een bedstede, gemaakt van authentieke bouwmaterialen in de stijl van de zeventiende eeuw. Hier sliep ik hoog en droog met mijn nieuwe liefde Ton, met wie ik hier ben gaan wonen. Helaas is hij veel te vroeg overleden.’

Het Roode Huys aan de Trans, Foto | Funda

Luxe goudleerbehang

De voorkamer oogt inmiddels als een toonkamer van de Gouden Eeuw. Met zware meubelen, houten lambriseringen, een monumentale haard en een klavecimbel in de hoek. En overal hangen schilderijen van weleer.

‘De meeste spullen komen van veilingen. Vaak wist ik twee minder goede stukken te ruilen voor één goed stuk. Zo bouw je in vijftig jaar een serieuze collectie op. De mensen die hier ooit woonden waren stinkend rijk. Ze deden de duurste aankopen en lieten van alles maken om hun rijkdom te etaleren. Zoals exclusief goudleerbehang. Toevallig had ik dit goudleerbehang al een keer voordelig gekocht bij een antiquair, die dacht dat hij het nooit meer kwijt zou raken. Ik dacht toen: met een beetje goochelen haal ik daar wel vier wanden uit. En dat is gelukt. Het geeft dit huis zo’n enorme allure.’

Barokke stijl in huis

Het achterhuis stamt uit de achttiende eeuw. Paul Smit reconstrueerde de Tuyn Sael tot een barokke stijlkamer. Met centraal de enorme zwart marmeren schouw, die Smit in brokken aantrof achter een Jaren ’30 wandje. ‘Hier ben ik zo trots op! Het is helemaal in de stijl van Louis XV en met een breedte van 2,5 meter een van de grootste schouwmantels van Nederland. De barokke spiegel heb ik onlangs aangekocht en laten vergulden. Hij past hier precies. Dat is wel een les die ik heb geleerd hier: plaats meubelen die passen in de stijl van het huis. Toen ik hier net woonde, was ik net afgestudeerd binnenhuisarchitect. Ik wilde graag mijn collectie Rietveld-meubelen hier neerzetten. Maar dat stond echt af-schu-we-lijk! Ik begreep toen pas dat je moet luisteren naar wat het huis je te vertellen heeft. En sindsdien ben ik op zoek gegaan naar spullen die daarbij passen.’

Duurzaam groen behang in de Tuyn Sael

Als trombonist in allerlei renaissance blazersensembles verdiende Smit het geld waarmee hij het Roode Huys zijn oude ziel teruggaf. En inmiddels lijkt het wel alsof hier de tijd heeft stil gestaan. In de Tuyn Sael is het is één en al barok dat de toon slaat. Van vloer tot plafond. Met kroonluchters, vazen en een krullerige klok boven een sierlijk dressoir met dito servies. De door Smit zelf bekleedde 18e eeuwse stoelen, sluiten naadloos aan op het authentieke behang.

‘Dit op linnen geschilderde groene behang kwam tot mijn vreugde onder alle oude lagen behang vandaan. Met de organische elementen die erop staan afgebeeld, lijkt het net alsof je midden in de natuur zit. Daarom heet deze kamer ook de Tuyn Sael. Ik heb het laten reinigen en het heeft nu weer de frisse uitstraling die het gehad moet hebben in de tijd dat Hiëronymus van Alphen, de beroemdste bewoner van dit huis, hier woonde.

Hiëronymus Van Alphen

Hiëronymus Van Alphen bewoonde het Roode Huys van 1772 tot 1776. Hij is bekend om zijn kindergedicht, 'Jantje zag eens pruimen hangen, o! als eieren zo groot'. Over een kind dat niet zomaar overal pruimen mocht plukken van zijn vader. Het zou heel goed kunnen dat vader Hieronymus hier zijn opvoedkundige gedicht liet illustreren op een behang met daarop inderdaad: pruimen als eieren zo groot.

Oesters eten zoals de hoge heren

Vijftig jaar lang restaureerde en reconstrueerde Paul Smit zijn eigen stadspaleisje en redde het daarmee van de ondergang. Ook typische gebruiksruimtes zoals de hal, de keuken, het toilet en de badkamer werden in stijl en harmonie opgetrokken en omkleed met passende kunst. De eerste decennia bewoonde hij het pand met zijn grote liefde Ton die op zijn 49-jarige overleed aan Hepatitis-C.

‘Ik heb jaren intens gerouwd om zijn overlijden. We hadden het zo gezellig samen. Maar ik koester de mooie herinneringen die we hier hebben opgebouwd. Aanvankelijk vonden we de Tuyn Sael een beetje sinister. Maar nadat we het hadden opgeknapt, heb ik in het midden een tafel neergezet en oesters gekocht. Die heb ik hier toen met mijn geliefde gegeten, zoals destijds ook de hoge heren deden. Daardoor werd deze kamer ons geestelijk eigendom. En voel ik nu nog steeds Ton’s nabijheid.’

Met dank aan Redres De Erfgoedexpert B.V. voor de foto's.

Geschreven door
Nathan Plas
Datum