Eigen ontwerp
Iris en Bouke ontwerpen zelf het kleine houten huis. Geen blokkenhut maar een speels ontwerp, met opvallende vormen en een fris kleurenpalet. Iris stamt af van een familie van huizenbouwers, haar vader en opa deden het haar voor. Ze heeft het dus niet van een vreemde. Het ‘vaasraam’ is de familiestempel en handtekening van het huis. Bouke zet het pakket -met hulp van vrienden- zelf in elkaar. ‘Met een beetje hulp kan ieder ander dat ook.’
Duurzaamheid in huis
Het dak telt 6 zonnepanelen die het gezin voorziet van stroom. Regenwater wordt opgevangen en gebruikt als drink- en douchewater. Het toilet is een speciaal droogtoilet, poep en plas wordt als compost verwerkt in de tuin en zo is het cirkeltje weer rond.
Tatami matten
Binnen liggen tatami matten, traditionele Japanse vloermatten waar je heerlijk zacht op kan zitten. In het slaapvertrek ligt een dun futon matras. ‘Dat is in het begin een beetje wennen, maar blijkt volgens Japans onderzoek super gezond.’ Vanwege de kleine ruime is er slim omgegaan met bergruimte. Onder de trap vind je handige vakken met tweedehands lades en zelfs onder de vloer is een vloerbak te vinden die dient als koelvak voor houdbare producten. Het huis telt 1 meubelstuk, de hangmat voor baby Miko.
Geen nieuwe spullen
Bijna alles in huis is tweedehands. Van de ramen en deuren tot de -op maat gemaakte- gordijnen, die de moeder van Bouke op de kop heeft getikt in een kringloopwinkel. De inklapbare tafel heeft Bouke langs de weg gevonden. Deze past perfect in de kleine ruimte. De wandisolatie bestaat uit oude spijkerbroeken, deze zogenaamde open wand constructie zorgt er voor dat vocht makkelijk weg kan lopen. ‘Voor de bouw wist ik hier nog niets van af en nu ben ik isolatiedeskundige’, aldus Bouke. En zo zie je maar, al doende leert men.
Spullen hebben de grootste impact op de aarde
Minimalistisch leven
Ook de leefstijl van Bouke en Iris is volledig aangepast op hun duurzame woonplek. Ze eten veganistisch en doen inkopen bij de lokale biologische markt. Ze nemen dan hun eigen potjes mee om afval te voorkomen. Het enige afval dat ze hebben is één pak plantaardige melk per week. Spullen hebben ze bijna niet, want zo realiseert Bouke zich: ‘Hoe meer opbergruimte, hoe meer spullen. En spullen hebben nou nét de grootste impact op aarde’. Dus áls ze iets kopen is het tweedehands. En zo sluit hun minimalistische leefstijl goed aan bij hun duurzame missie en mogen zij zich met recht de groene held van de week noemen.