TIP 1: Let hierop bij de aanschaf van een Camellia

Camellia’s zijn meestal te koop in het voorjaar. Koop liefst een plant met roze of rode bloemen. Witte bloemen worden gauw besmet door hagel en wind. Zoek een pot uit met liefst één plantje in de pot. Wegwerp struikjes hebben er wel vijf! Plant in het voorjaar op een beschut plekje, dan hebben ze de hele zomer om wortels te vormen. Zet ze nooit te diep: de oppervlakte van de pot moet iets hoger liggen dan het maaiveld. Plant ze met het oog op groei. Camellia’s groeien eeuwig door, en een struikje van een meter hoog kan in het leven van het plantertje 15 meter hoog worden! Je kunt ze heel goed snoeien, maar dat hoeft niet. Ze vormen meest een mooie, vaak dichte, struik.

TIP 2: Zet je planten op het westen of noorden van je tuin

Camellia’s zijn altijd groene planten. In de winter kan vroege zon en schrale oostenwind het blad vriesdrogen. Je kunt ze dus het beste op het westen of het noorden zetten. Het zijn van nature bosplanten, dus ze staan het liefst onder hoge bomen met gefilterd licht. Ze moeten wel wat zon hebben, anders zetten ze niet veel bloemknoppen aan. Jonge plantjes met nog dunne stammetjes zijn kwetsbaar voor vorst. Pak ze nooit in met plastic, maar wel met vliesdoek dat lucht doorlaat, en de wind kan afremmen. 

TIP 3: Ze houden van veel water en een hoge luchtvochtigheid, maar geen natte voeten

Camellia’s komen uit zuidoost Azië. Daar valt in de zomer een meter regen en is de luchtvochtigheid heel hoog! Dus vooral de eerste paar jaar moet je Camellia vanaf juni tot in september voldoende water geven, niet een beetje oppervlakkig gieten, maar de slang erbij voor een minuut of tien. Ze komen uit bergachtig gebied, dus ze kunnen er slecht tegen met hun wortels in het water te staan. Ze doen het daarom het beste in goed doorlatende grond. Als je op klei zit, moet je organische stof in het plantgat mengen of ze in een verhoogde bak zetten. 

TIP 4: Ze zijn ‘zuurminnend’ en aangepast aan voedselarme grond

Camellia’s doen het goed in humusrijke grond waar Rhododendrons en Azalea’s groeien. Het zijn zogenaamde zuurminnende planten. Ze kunnen met weinig voeding toe. Vanaf het moment dat de scheuten uitlopen in april tot de groei stopt eind juli, kun je wat ‘slow release’ kunstmest gebruiken. Daarbij komen de voedingszouten gedurende een aantal maanden heel geleidelijk vrij. Belangrijk is mulch onder de struik: een 10 cm dikke laag afgevallen blad of ander organisch materiaal, dat de volgende taken vervult: hij houdt de bodem koel en vochtig; rot langzaam weg en voedt de plant; zorgt voor organisch materiaal en bodemleven; en houdt de zuurgraad op peil en de vorst tegen.    

TIP 5: Camellia’s zijn fantastische potplanten

Camellia’s kun je heel goed in potten houden. Maar zet ze niet in een ruimte met centrale verwarming, dan sterven ze door de lage luchtvochtigheid. Ze kunnen het hele jaar buiten staan, maar laat hun kluit niet bevriezen. Met vorst haal je ze binnen. Als je een vorstvrije serre of kas hebt, kun je ze al in de herfst binnen halen en midden in de winter van hun bloemen genieten. Je moet ze wel om de paar jaar verpotten. Potgrond voor Camellia’s is helaas niet te koop, en al helemaal niet als je geen turf wilt gebruiken. Hij moet goed doorlatend zijn, veel organische stof bevatten en licht zuur zijn. Zwarte tuingrond is prima, vooral als je daar bladcompost en gemalen dennenschors doorheen mengt.

To do's: hier moet je even goed op letten!

• Bij droge zomers moet je de kluit goed nathouden, anders vallen de bloemknoppen af. Omliggende bomen kunnen erg veel water onttrekken, dus de oppervlakte van de kluit kan nat lijken, maar er onder kan het erg droog worden. Leg de slang erbij!
• Camellia’s houden van een mild klimaat. Bij een ‘elfstedenwinter’ gaan er veel over stuur. Daarom werden ze vroeger ‘kasplantjes’ genoemd. Ze doen het nu steeds beter. Maar (nacht)vorst, vooral na een milde periode, kan nog best voor teleurstelling zorgen. Bescherm kleine plantjes en zorg dat kluiten niet bevriezen. Ook uitlopende scheuten zijn heel gevoelig. 
• Camellia’s hebben geen last van slakken en kennen weinig problemen. In juni is de zon op zijn sterkst, en net uitgelopen blad kan dan verbranden. Jonge scheuten kunnen ook worden aangevallen door bladluis. Let dus even goed op en bestrijd de luizen op natuurlijke wijze; bijvoorbeeld met knoflookspray. 

Disclaimer: In dit artikel wordt Camellia als schrijfwijze gehanteerd, omdat Niels en de vereniging van Camellia’s het schrijven met een dubbele l.