Baas in eigen achtertuin. Met die gedachte kopen twee vrienden uit Twente, Chiel Bolscher en Maurice Roetgerink, vijftien jaar geleden voor één euro per hectare een groot natuurgebied: Het Enters Reggedal. Ze zijn er geboren en getogen en willen dit natuurschoon doorgeven aan de volgende generatie. Een grote kudde loslopende koeien en schapen helpt ze daarbij.

Het is een uniek project. Niet eerder hebben particulieren in Nederland zo’n groot stuk natuurgebied gekocht. Voor die ene euro per hectare notabene. Maar daar staat wel iets tegenover. De vrienden moeten zélf de natuur beheren.

Cohesie tussen voedselproductie, natuur en recreatie is supergaaf!
Chiel Bolscher en Maurice Roetgerink

Hard werken

Natuurbeheer: daar komt veel bij kijken. Chiel: ‘Het verwijderen van houtopslag, het beschermen (en vergroten) van de biodiversiteit, het kaal houden van de oevers van de Regge. Het is niet voor niets dat natuurgebieden bijna altijd in handen zijn van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of Overijssels Landschap. Het kost gewoon veel tijd, geld en energie.’

Black Angus-runderen

De vrienden bedenken een plan. ‘We besteden het uit aan een grote kudde zwarte en rode dames’, vertelt Chiel, die zelf ook nog slager is. ‘Via boeren Han Busger op Vollenbroek en Rutger Woolderink uit het dorp komen we in aanraking met de Black Angus. Een gezonde, sobere koe, die het ook wel redt onder schralere omstandigheden. Ze eten wat er voor handen is. En belangrijk: ze zijn heel rustig en hebben (van nature) geen horens. Een vereiste want ze lopen los in een wandel- en recreatiegebied en we willen niet dat er ongelukken gebeuren met fietsers of wandelaars.’

Geboren en getogen

Het doel van de vrienden om het natuurgebied te kopen is om de natuur dichterbij de mensen te brengen en het leefgenot en de betrokkenheid van bewoners bij de natuur te vergroten. ‘Mensen denken al snel; ‘ah, die Chiel is slager hij zal er vast wel veel geld mee verdienen’, merkt boer Rutger cynisch op. ‘Maar dit kóst vooral veel geld. Het af en toe slachten van een koe is puur een manier om de kosten een beetje terug te verdienen.’  Chiel beaamt dat geld nu net níet zijn drijfveer is. ‘Niet alles is uit te drukken in geld. Ik ben hier geboren en getogen. En ik heb een enorme binding met het gebied.’

Vlees als wegwerpartikel

Daarnaast is hij ervan overtuigd dat we op een andere manier naar onze voedselproductie moeten kijken. ‘Vlees is een wegwerpartikel geworden. Het is veel te goedkoop. De massaproductie gaat ten koste van andere dingen. Zoals de natuur. En wij laten hier in het Enters Reggedal zien dat het elkaar ook kan versterken.’

Al snel wordt het de mannen duidelijk dat de koeien wel een beetje hulp nodig hebben. ‘Koeien grazen het hoge gras weg. Maar ze kiezen wel alleen voor de sappige sprietjes. Schapen daarentegen knabbelen ook de houtachtige worteltjes op. Dus nu hebben we hier ook nog tweehonderd heideschapen in het gebied lopen.’

Tuintje van iedereen

En zo reilt en zeilt het in het Enters Reggedal. Terugkijkend vraagt Chiel zich weleens hardop af waar hij aan begonnen is. ‘Man, man, er komt zoveel bij kijken. Maar het is supergaaf om te zien dat er cohesie is ontstaan tussen voedselproductie, natuur en recreatie. En het is gewoon van ons! Enter is een verdraaid dorp zoals wij dat hier zeggen; soms tegen de stroom in maar met de handen uit de mouwen en een doel in zicht. Dit project past daar ook gewoon bij.’

De sleutel voor het succes is wat de initiatiefnemers betreft ook de samenwerking met de mensen uit het dorp. Van een slager tot boeren en ondernemers. ‘Als ik zeg: ‘dit tuintje is van mij’, dan moet ik het ook zelf maaien. Maar als ik zeg ‘dit tuintje is van iedereen’, dan staat iedereen hier in de rij om te helpen’.

Geschreven door
Karlijn Vernooij
Datum