Maak als eerste de marinade. Doe hiervoor 4 eetlepels olijfolie in een kom en rasp er wat van de schil van een halve sinaasappel, citroen, limoen en grapefruit door heen. Let op het sap van deze halve vruchten gebruik je voor de saus. Doe er als laatste wat zout en peper bij en de marinade is af.

Leg de kabeljauw stukken in de marinade en laat het voor ongeveer 3 uur marineren. 

Voor de saus doe je het sap van de ½ citroen in een pan met 2 dl tomatensap en laat het ongeveer 3 minuten koken. Haal het vervolgens van het vuur.

Was 4 bladeren van de sla, dep ze goed droog en bak ze in 20 g boter even aan. 

Schil de aardappelen en snij ze in stukken van gelijke grote. Zo worden ze allemaal gelijkmatig gaar. Leg ze in een pan en giet er water bij tot ze half onder water staan. Kook de aardappelen gaar  in ongeveer 20 minuten (nadat het water kookt). Als de aardappelen gaar zijn giet je het water wat af en laat je ze oplaag vuur nog even uitdampen. Zo worden de aardappelen mooi droog. 

Pureer de aardappelen met een pureeknijper en passeer ze nog even door een fijne zeef. 

Verhit ondertussen de 50 gram boter samen met de melk en het slagroom totdat het kookt. Roer het mengsel door de puree en breng het op smaak met wat peper en zout.  

Roer wat van de olijfolie er door heen en dan is de aardappelpuree heerlijk op smaak.

Bak de kabeljauw  in een anti aanbak pan even aan. Ongeveer 3 minuten per kant.

 

Verwarm de oven voor op 180 graden en leg de kabeljauw er voor 8 minuten in. Laat ze daarna nog even 3 minuten rusten uit de oven. 

Voor de opmaak van je bord begin je met wat warme puree, doe daar een blaadje sla op en leg daar de kabeljauw op en schenk er wat van de saus over geen. Druppel als laatste wat heerlijke marinade over heen met olijfolie.