Zaai wat je graag eet
Lenteradijsjes en wilde rucola
Wil je ook aan de slag? Begin dan bijvoorbeeld net als Anne met lenteradijs en wilde rucola. Dat zijn niet zo van die koukleumen dus handig om nu mee te starten. Zaai ze niet te dicht op elkaar en stop de grotere zaadjes net iets dieper die grond in.
Aubergines en tomaten
Dan de aubergines ‘prosperosa’, tomaatjes ‘sweet pea’ en kerstomaat ‘Gardeners delight’. Die zijn gevoeliger en minder gek op de kou. Doe dan zoals Anne, want zij heeft de vensterbanken volstaan met klein grut. Je kan al deze groenten dus prima binnen voorzaaien.
Bloemen uit eigen tuin
Het oog wil ook wat en hoe leuk is een bosje bloemen uit eigen tuin? Voeg wat mooie bloemen aan jouw zaaiplan in de moestuin. Bijvoorbeeld de Dahlia ‘Totally Tangerine’, een favoriet niet alleen van Anne maar ook van bijen en vlinders. Een leuke andere bloem die je kunt zaaien en niet al te moeilijk is, is de Lathyrus ‘Cupani’.
Inheems groen in de vijver
Mocht je nog wat groen in de vijver willen? Kies dan voor deze inheemse planten. De inheemse kattenstaart groeit uit tot een hele lange roze staart. Zuurstofplantjes in de vijver zorgen voor natuurlijk zuivering. En vergeet tot slot niet de inheemse watermunt. Mooi voor in de vijver en lekker in de thee! Wel even goed afspoelen natuurlijk.
Zorg dat je wisselteelt toepast. Zo blijft de grond voedzaam en voorkom je ziektes
Roteren kan je leren!
Een gouden tip voor een natuurlijk moestuin is wisselteelt: dat gaat ziektes en plagen tegen en je behoud op natuurlijk wijze de voeding in de grond. Zaai dus liever niet elk jaar dezelfde gewassen op dezelfde plek en let op de wachttijd. Erwten hebben bijvoorbeeld een wachttijd van vijf jaar, voordat je ze weer op dezelfde plek kan planten. Groenten zitten elkaar soms ook in de weg: wortels na aardappels planten op je perceel is niet aan te raden. Grote kans dat ze wortelrot oplopen.
Van je familie moet je het (niet) hebben
Belangrijk bij wisselteelt zijn de families onder de groenten. Zo heb je wortelgewassen (pastinaak, ui en sjalot, rode biet horen hier ook bij), vruchtgewassen (tomaten en aubergine bijvoorbeeld), bladgewassen, koolgewassen (je verwacht ze niet, maar rucola en radijsjes horen ook bij deze familie), peulgewassen en aardappels. Binnen die families hebben gewassen snel last van dezelfde kwaaltjes. Zet daarom dus bij voorkeur niet alleen een bepaald gewas, maar een hele familie op een andere plek. Praktische oplossing hiervoor om percelen aan te leggen (of maak vakken als je een kleinere tuin hebt) met verschillende groepen gewassen om te roteren. Dan houd je goed overzicht!
Ezelsbruggetje: Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden
Er wordt een ezelsbruggetje gebruikt voor de volgorde van gewassen planten: 'Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden'. Wil je dit proberen? Begin met aardappels en plant die op een bed waar eerder wortels hebben gestaan. Peulgewassen plant je op de plek waar eerder de aardappels stonden. Koolgewassen volgen de peulgewassen op. Bladgewassen plant je op de plek waar eerst de koolgewassen stonden. Vruchtgewassen waar de bladgewassen stonden en wortelgewassen waar de vruchtgewassen stonden. En zo is jouw tuintje na 6 (of 7 jaar als je aardbeiden los meeneemt in je rotatie-plan) weer helemaal rond.
Wil je aan de slag? Download hier onze moestuinkalender. Zo maak jij van jouw tuintje zeker een succes!