Vogelkenner Arjan Dwarshuis observeerde voor de BinnensteBuiten-special Nederland, waterland, vogelland ruim honderd soorten trekvogels die ons land aandoen. Zijn partner, biologe Camilla Dreef, leverde een bijzondere bijdrage aan dit tv-project.

Tekst: Jef Willemsen

Hoeveel geduld kostte het om een jaar lang vogels te volgen?

Dwarshuis: “Enorm veel geduld én geluk. In iedere aflevering staat een seizoen centraal: we begonnen met goede moed in de herfst van 2022. De allereerste draaidag was al direct een teleurstelling: het plan was om kleine zwanen in de Biesbosch te filmen, maar de mist was die dag zo dik dat we amper 100 meter zicht hadden. Van acht uur opnames hebben we uiteindelijk maar één shot overgehouden: een ree die de Merwede overzwom, haha.”

Is dat niet frustrerend?

Dwarshuis: “Dat hoort wel bij het televisie maken. Iedere minuut die je op tv ziet, kost een uur filmen. Daar komt bij dat mijn cameraman Tom Sijmons en ik heel perfectionistisch zijn. Het geeft een kick om overal het beste beeld bij te vinden. Het is ’t allemaal waard: we hebben echt dingen gefilmd waarvan ik zeker weet dat we de eerste zijn: baltsende zwarte ibissen, bijvoorbeeld, en de jongen van de zeldzame witwangstern.”

Wat is jouw bijdrage aan de serie, Camilla?

Dreef: “Voor de zomeraflevering is er gedraaid op de Marker Wadden, een door de mens aangelegde eilandengroep in het Markermeer. Daar doe ik sinds 2017 vogelonderzoek, dus ik mocht Arjan en Tom rondleiden terwijl ze visdieven en baardmannen filmden.”

Kijken jullie op dezelfde manier naar de natuur?

Dreef: “We delen beiden graag verhalen met een breed publiek. Ik bij BinnensteBuiten, Arjan op de radio en in zijn boeken.” Dwarshuis: “Maar we hebben wel onze eigen werkwijze. Ik ben als vogelaar vooral bevlogen en kan nog steeds genieten van soorten die ik al duizenden keren heb gezien. Camilla kijkt als biologe met een wetenschappelijke blik. Dreef: “Als ik bijvoorbeeld een kluut zie, is mijn eerste gedachte niet alleen ‘wow, wat gaaf’, maar hou ik ook met een teller bij hoeveel slikbewegingen hij maakt.”

Er gaat geen dag voorbij dat we niet over vogels praten, zelfs ons dochtertje is enthousiast!
Arjan en Camilla

Voelt vogelen dan nog als vrije tijd?

Dwarshuis: “Zeker wel. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt en Camilla heeft vanuit haar studie een passie ontdekt.” Dreef: “Het is juist mooi om het samen te delen. 90 procent van onze gesprekken gaat over vogels. Nu we een baby hebben wordt dat minder, maar er is geen dag dat we niet over vogels praten.”

Wat is de magie van vogels?

Dreef: “Vogels geven kleur aan het leven, alleen al met hun zang. Als je op vogels let, merk je dat de winter veel korter duurt dan je denkt. In februari beginnen de eerste zanglijsters alweer en zie je de natuur langzaam tot leven komen.” Arjan: “We merken die interesse nu al bij ons dochtertje. Als er een duif of kauw in de achtertuin landt, staat ze van enthousiasme op het raam te meppen. We nemen haar ook al regelmatig mee als we een weekendje gaan vogelen.”

Kun je eigenlijk wel als gezin vogelen?

Dwarshuis: “Het klopt dat je niet te veel geluid moet maken, maar in het voorjaar zijn vogels zo druk met zingen en jongen grootbrengen dat je niet verdekt in een camouflagetentje hoeft te zitten.”

Wat hoop je dat kijkers opsteken van de serie?

Dwarshuis: “We willen laten zien dat Nederland een heel grote rijkdom aan natuur en vogels kent en dat we daar zuinig op moeten zijn. De enige manier om die noodzaak tot beschermen te laten doordringen is kijkers betoveren met de schoonheid die al die verschillende vogelsoorten te bieden hebben.”

Dus een vervolg is niet ondenkbaar?

Dwarshuis: “Er valt nog zoveel meer te vertellen. Om de boel enigszins behapbaar te houden, richt deze serie zich uitsluitend op de waterrijke gebieden van westelijk Nederland. Maar het oosten verdient ook een mooi document. De zandgronden lonken, wat mij betreft.”

Nederland, waterland, vogelland laat zien hoeveel vogelsoorten moeten overleven in een land dat nog weinig vrije natuur kent

Vrije natuur in Nederland

Nederland, waterland, vogelland laat zien hoeveel vogelsoorten moeten overleven in een land dat nog weinig vrije natuur kent. Arjan Dwarshuis: “Volgens het Centraal Planbureau voor de Statistiek is 54 procent van Nederland landbouwgrond. Er zijn nog hele kleine plukjes ongerepte natuur waar dieren kunnen broeden en overleven. Gelukkig groeit het besef dat we alleen een leefbaar land kunnen houden als we samenwerken met de natuur in plaats van ’m te beteugelen.”