Zo herken je het verschil tussen een zweefvlieg en een wesp
Het is geen toeval dat de twee insecten op elkaar lijken; zweefvliegen bootsen het uiterlijk van wespen na om vijanden af te schrikken. Dit slimme trucje van de natuur heet ‘mimicry’. Naast dat het bescherming kan bieden, is het voor sommige soorten ook handig voor een betere kans op voortplanting of het aantrekken van prooi. Maar toch zijn er duidelijke verschillen…
Wesp
- Vleugels en vlieggedrag: Een wesp heeft vier vleugels en vliegen continu zonder stil te hangen.
- Lichaamsbouw: Ze hebben een smalle taille en een felgeel-zwart gestreept lijf. Op de zijkant van hun kop hebben ze grote langwerpige ogen en bovenop drie bijogen.
- Antennes: Wespen hebben lange en bewegelijke antennes
Zweefvlieg
- Vleugels en vlieggedrag: Een zweefvlieg heeft twee vleugels en kunnen stilhangen in de lucht.
- Lichaamsbouw: Ze hebben een minder duidelijke taille dan een wesp en bootsen de kleuren van een wesp na.
- Antennes: In vergelijking met bijen of wespen hebben zweefvliegen korte voelsprieten. Sommige soorten zoals de fopwesp hebben langere antennes.
Onmisbare insecten in je tuin
Beide insecten kunnen soms voor overlast zorgen, maar ze zijn onmisbaar in de natuur.
Veel insecten zijn belangrijke bestuivers, dat geldt ook voor de wesp. Daarnaast zijn het ook goede opruimers: ze voeren vlees van andere dieren aan hun larven. Eén wespennest kan in een seizoen kilo’s insecten verwerken. Zo helpen ze plagen voorkomen en houden ze het ecosysteem in balans.
Zweefvliegen zijn na bijen de belangrijkste bestuivers. Maar ze doen nog veel meer: hun larven eten bladluizen en andere kleine plagen. Daarmee werken ze gratis mee als natuurlijke bestrijders in je tuin. Daarnaast zijn zweefvliegen ook voedsel voor andere dieren.

Steken zweefvliegen?
Nee, zweefvliegen steken gelukkig niet. Je hoeft voor deze beestjes dus niet bang te zijn. Ze zijn – net als de wesp – juist heel nuttig in de natuur. Dus de volgende keer dat er eentje om je heen zoemt, weet je: gewoon laten vliegen, ze zijn er niet voor niets.
Bronnen: Naturalis, Wespen Stichting, EIS kenniscentrum insecten.
