Op de vroege ochtend genoot het publiek van een kop koffie. Voor de stands dromden mensen samen om zich te vergapen aan sieraden van goud en zilver uit mobiele telefoons. Er werd vegan kaas geproefd, geroken aan handgemaakte zeep en aardewerk bekeken. Mensen wonnen advies in over kleurgebruik, keken mee hoe je bloembollenlasagne kan maken en leerden blind proeven.

De donkere wolken van de eerste dag maakten op de tweede dag plaats voor stukken blauwe lucht en zelfs wat zon. Terwijl we het podium opklommen, joeg de wind dwars door onze kleding heen, maar we voelden het niet. Zo leuk vonden we het om ons vijf-stappenplan voor een duurzaam leven te delen met het publiek op het BinnensteBuiten Festival (red.: HEMbrugterrein Zaanstad) en onze quizvragen voor te leggen.

Voor koud douchen als een manier om energie te besparen was het merendeel niet te porren

Dat het eten van vlees minder duurzaam is dan vliegen, wisten de meesten. Dat spullen meer impact hebben dan kleding wisten de meesten niet. Voor koud douchen als een manier om energie te besparen was het merendeel niet te porren. Voor korter douchen wel. Minder vlees eten vonden de meeste mensen prima, helemaal geen vlees eten lastig. En daar waar sommigen met ongeloof reageerden op de mededeling dat we gemiddeld bijna elke week een nieuw kledingstuk kopen, stelden anderen dat het onbegonnen werk was om ook maar een maand zonder een nieuwe aankoop te doen.

Er werden ervaringen uitgewisseld, tips gedeeld, vragen gesteld en kritische noten gekraakt. En dat alles, ook niet geheel onbelangrijk, netjes binnen de tijd. Iets wat voor ons nogal eens een uitdaging is, omdat we -als je ons de kans geeft- uren kunnen doorgaan met het delen van kennis, ideeën en tips over duurzaam leven.   

Terwijl we onze jas weer aantrokken, keken we naar de horizon. Achter de hoofden van het publiek lag het water. Achter het water doemde een grote vuilnisbelt op. “Vroeger was dit een munitiefabriek,” wist Asceline. “Straks gaan hier mensen wonen, is het plan,” zei ik. We vroegen ons af of we er zouden willen wonen, op een oud industrieterrein waar cultuur en vooral ook veel groen samenkomen. Maar waar de wind (nu althans) ook nog onmiskenbaar de geur van afvalverwerking deze kant opblaast.

Ik moest denken aan Karin de Gorter, die jaren geleden de drukte van Zaandam verruilde voor een zelf gebouwd aardehuis in Olst. “We wonen hier fantastisch, aan de rand van het dorp met uitzicht over de weilanden. Overal waar je kijkt, zie je groen,” vertelt ze in ons boek HetkanWEL, voor een groener eerlijker en leuker leven. Ik herinner me nog hoe ik op een bankje in haar tuin het weidse uitzicht in me opnam en nooit meer weg wilde.

Deze week ga ik voor de Anders Wonen maand van hetkanWEL weer naar Olst. Dit keer zoek ik Marjolein Jonker op, die Alkmaar verruilde voor een plek in een nieuw te bouwen ecowijk, die vlak naast de wijk met 23 aardehuizen ligt. Hier heeft ze een nieuw tiny house gebouwd met een aangebouwde kas en een tuin waar ze een oude appelboom in heeft geplaatst. Ik kan me zo voorstellen dat ik ook dit keer niet meer weg wil. Marjolein en haar nieuwe tiny house zijn binnenkort trouwens ook te zien in BinnensteBuiten.

 

 

 

BinnensteBuiten en het platform hetkanWEL delen hun missie om zoveel mogelijk mensen te inspireren om op een toegankelijke manier bewuster te leven. Wyke en Asceline gidsen ons in de vorm van een tweewekelijks column door de de wereld van duurzaamheid.