Met de trein naar Frankrijk

De meesten van ons zijn waarschijnlijk altijd met de auto naar het zuiden gereden. Met het gezin, lekker solo of tijdens een gezellige roadtrip. Maar Frankrijk heeft een snel en solide spoorsysteem, waardoor met de trein op vakantie heel haalbaar is. Je kunt makkelijk naar de grote steden reizen, en zeker in het Mediterrane kustgebied ook naar de kleinere plaatsen ertussen. Heerlijk naar buiten kijken, het land zien veranderen van écht Belgisch naar typisch Frans: zo leuk! En duurzaam natuurlijk.

We boekten bij de nationale spoorwegmaatschappij SNCF. Zij bieden ook internationale trips, en alle verschillende vervoerders (zoals Eurostar/TGV). Zorg dat je er op tijd bij bent, dan heb je meeste keuze en de beste prijs. Dat is bij veel andere vakanties net zo natuurlijk, als je een tof huis of een bijzonder plekje op de camping wil. Bij deze maatschappij konden we drie maanden voor vertrek terecht, bij anderen is het twee maanden.

Wat kost dat?

Wij kozen ervoor om van Amsterdam naar Avignon te reizen, en vervolgens via Montpellier naar Agde, onze eindbestemming aan de kust. We hadden ook rechtstreeks naar Agde gekund, maar het leek ons leuker om onderweg wat mooie steden te bezoeken. Terug zijn we wel in een keer van Agde naar Parijs gegaan, met de nachttrein. Dat scheelt weer een overnachting, en wij vinden het altijd een leuk avontuur om in de trein te slapen. Het helpt dat we kleine mensen zijn en dus makkelijk in die couchettebedden passen, het is niet voor iedereen.

Op de heenweg vertrokken we om 13u uit Amsterdam en stapten over in Parijs. Om naar het zuiden te gaan moet je van station Paris Nord naar Gare de Lyon of Austerlitz, maar dat gaat heel makkelijk: met de metro in een kwartiertje ongeveer. Koop online in de app (IDF Mobilité) alvast een kaartje, dat scheelt geld en gedoe. Aankomsttijd in Avignon: 20.30u ’s avonds, dus in 7,5 uur waren we er. Na een paar dagen zijn we in nog zo’n anderhalf uur naar Montpellier gereisd, en vanaf daar in 40 minuten via een heel mooie kustroute naar Agde. Terug deden we dus ’s nachts: 21u weg uit Agde, ’s ochtends rond 7u in Parijs, overstappen en rond 11.30u in Amsterdam. Dat duurt inderdaad wel iets langer, maar goed, je slaapt toch (als het goed is)!

Per persoon betaalden we voor een enkele reis ongeveer 145 euro, dus zo’n 290 euro retour. Daar kwam nog zo’n 30 euro bij voor de metro en de treintickets naar Montpellier en Agde. Totaal kun je dus heen en weer naar Zuid-Frankrijk voor zo’n 320 euro pp.

Duurzaam Zuid-Frankrijk

Ben je eenmaal aangekomen, dan is er in Zuid-Frankrijk allerlei duurzaams te beleven – van waar je slaapt tot wat er te bezoeken is. Hier een paar van mijn favorieten.

Overnachten

Vergeet in steden de hostels niet! Tijdens onze treinreis door Schotland hebben meneer Eyskoot en ik hostels herontdekt. De meeste hebben ook tweepersoonskamers, voor een betaalbare prijs en niet zelden zijn ze behoorlijk begaan met de wereld (net als de Stayokays in Nederland). Ze staan vaak ook op mooie, centrale plekken – echt een van mijn lievelingstips.

De laatste week van onze reis sliepen we op een camping aan zee, in La Tamarissière. Heerlijk! Onze tent stond er al, dus die spullen hoefden we niet mee te sjouwen. Ik heb speciaal gezocht naar een Green Key camping: Clef Verte in het Frans, het keurmerk voor duurzamere bedrijven in de toerisme- en recreatiebranche. Er zijn gradaties in, dus check altijd goed wat de accommodatie nu echt doet (van afval scheiden en vega(n) eten tot zonne-energie opwekken en watermanagement). Een goede graadmeter om op te letten.

Zien en doen

We kozen Avignon als eerste stop, omdat het een goede uitvalsbasis is om de lavendelvelden van de Provence te bezoeken. Dat was een grote droom van mij, en niet voor niets… Eindeloze rijen paarse pracht, zo ver het oog kan zien. Ik zal nooit vergeten hoe het was om er doorheen te lopen, omringd door zoemende bijen en fladderende vlinders.

Montpellier is tot nu toe denk ik mijn Franse lievelingsstad. Wat een positieve energie! Het is een studentenstad met een schat aan buitenkunst. Hou je ogen open, want op elke straathoek, stoeptegel of garagedeur kunt je een verrassing tegenkomen (en zoek speciaal de grote trompe-l’oeil werken op, echt mustsees!). Het is een enorm groene stad, met een prachtige, gratis botanische tuin (Jardin des Plantes). Je kunt er met een creditcard voor een prikkie witte fietsen huren (50 cent per uur), die overal door de stad verspreid staan. De kwaliteit is er ook naar: meneer Eyskoot moest er een behoorlijk aantal proberen voor-ie een goede had, maar dan heb je wel vrijheid.

Je fietst aan de zuidkant zo de stad uit (langs een van de meest gave gebouwen van Montpellier, architectonisch hoogstandje L’Arbre Blanc), de natuur in. Volg de rivier naar de lagunes van natuurgebied Méjean, waar je wandelend grote groepen flamingo’s kunt spotten. Als je doorrijdt kom je bij de kust, met leuke boulevardjes en zelfs een kabelbaantje het strand op. En dat op een fietstocht van de stad! In Montpellier kom ik zeker terug, ook voor de geëngageerde boekwinkeltjes en cafés.

De lekkerste tomaten en vegan ijsjes

Frankrijk staat niet bepaald bekend om de vegetarische en plantaardige keuken. En hoewel ik soms best schrok van de levende kreeften die je in de hypermarché’s zelf kan aanwijzen om te koken (bestaat dat nog, net als hele schappen foie gras?), was ik toch blij verrast door al het lekkere eten dat ik vond. Tomaten zijn de specialiteit van de Mediterraanse kust, en het was precies het seizoen. Ook het fruit was hemels: de nectarines, perziken en verse vijgen die je langs de weg van de boom plukt zal ik me nog lang heugen. Zoek dus vooral de lokale marktjes op (in Montpellier en Agde vonden we ze dagelijks).

Ook zijn er behoorlijk veel biowinkels, zowel van ketens als onafhankelijke, waar we veel vega(n) producten vonden, en in de hypermarché’s was de keuze aan toetjes en ijsjes reuze. Nog nooit zulke lekkere vegan anijsijsjes en rijsttoetjes uit de supermarkt geproefd! Neem wel je eigen mayo mee als je geen zuivel wil eten, want de Fransen zijn denk ik te trots op hun sauzen voor alternatieven.

Een croissant hoort natuurlijk bij een vakantie in Frankrijk. Gelukkig vonden we die ook: vegan croissants, vers van de bakker, in Montpellier. Net als heerlijk ijs: chocolade, hazelnoot en kokosnoot plantaardig sorbetijs om je vingers bij af te likken, ook in Montpellier – zeer welkom in die zuidelijke temperaturen! Ik was dan ook blij dat ik heel Hollands mijn paraplu had meegenomen, een fijne bescherming tegen de blakende zon in de stad. Laatste top tip…

Bon voyage,
x Marieke
(PS Ga je deze reis ook maken? Laat het me weten!)