‘Ik had me niet eerder gerealiseerd dat er zoveel armoede is in Rotterdam. Veel mensen moeten met 20 euro per week voor boodschappen rondkomen.’ Een gedachte die passief in onze hoofden leeft maar bij Tresi Barros zich inmiddels diep in haar bewustzijn heeft genesteld. Tresi groeit op in een Portugees gezin in Luxemburg. Haar ouders hebben het financieel goed, maar leven zuinig. Materialisme heeft nooit een grote rol gespeeld in haar jonge jaren. ‘Ik kan me nog goed herinneren dat mijn ouders geen geld uitgaven aan luxere spullen. De nieuwste kleren kregen we als kinderen niet. Maar armoede, dat mijn ouders zonder centen zaten, nee dat kende ik niet.’ Als klein meisje heeft ze nooit goed haar draai kunnen vinden in het gezin. Haar jeugd ervoer ze zelfs als verstikkend en ze besluit op haar zestiende weg te gaan nadat ze haar Nederlandse liefde ontmoette in Luxemburg. Ze verhuist naar Nederland en bouwt een leven samen met hem op. ‘Ineens had ik een gezin, een carrière, we hadden een welvarend bestaan. Bij armoede stond ik nog steeds niet stil.’
Bij armoede stond ik niet stil
Dromen van Rotterdam
Een fijn leven maar aan Tresi knaagt nog een ding. Ze heeft haar spirituele genen nog geen plek kunnen geven in haar dagelijkse leven. Ze besluit meditatiegroepen te gaan leiden en lezingen te geven. Tresi denkt dat met het spiritueel begeleiden van anderen ze eindelijk op de juiste plek zit. Toch besluit ze al gauw haar leven helemaal om te gooien. ‘Ik bleef maar dromen dat ik naar Rotterdam moest gaan. Maar ik wilde helemaal niet naar Rotterdam; ik was inmiddels gescheiden maar mijn leven was goed zo. Toch liet dat gevoel me niet los. Zoals ik toen wist: ik moet weg uit Luxemburg, wist ik nu ook: ik moet naar Rotterdam. Dat ging niet zonder slag of stoot. De kinderen begrepen het niet. Vooral mijn jongste zoon zei: 'waarom moeten we ineens naar Rotterdam?’
Armoede in de wijk
Evengoed zet Tresi haar verhuisplannen door. Eenmaal in Rotterdam richt ze een yoga en meditatiecentrum op. Maar niet veel later trekt iets anders haar aandacht; de armoede in haar wijk. Gedreven door haar sterke intuïtie besluit ze om in het klein te kijken of ze daar iets aan kan doen. ‘We begonnen met het koken voor de armen op zondag. Samen met een paar anderen gingen we letterlijk bedelend langs diverse supermarkten, voor hun overschotten of producten die tegen de datum liepen. Daar kookten we dan van voor mensen die het nodig hadden.’ Tresi begon aan de achterkant te zien hoeveel voedsel er wordt weggegooid. Ze besluit een klein voedselcentrum te beginnen en legt contact met leveranciers en donateurs. ‘We hadden bijvoorbeeld honderd broden. Mensen mochten per vijf naar binnen. Het liep zodanig uit de hand dat we echt binnen een jaar een ander pand moesten nemen. Dit initiatief groeide zo snel; dat had ik echt niet verwacht.’
Drie voedselcentra
Inmiddels weet de organisatie van Tresi -Isaak & De Schittering- drie voedselcentra draaiende te houden in Rotterdam. Met ruim 120 vrijwilligers die zich vol overgave inzetten. Dagelijks rijden meerdere chauffeurs met busjes uit om voedsel dat niet in onze reguliere keten meer past op te halen. De voedselcentra hebben een eigen werkwijze. De stichting koopt afgekeurde partijen op of krijgt ze. Zo gaat het initiatief ook voedselverspilling tegen. De regel is: als je voor 50 cent in de supermarkt besteedt, krijg je een gratis brood. Voor 5 euro heb je een volle boodschappentas. In de schappen liggen groente en fruit en broden. Maar ook zijn de schappen gevuld met vlees, koekjes, rijst en pastasauzen. Duizenden Rotterdammers worden inmiddels door Tresi en haar team geholpen. ‘Het is echt een alternatieve Voedselbank. Bij de Voedselbank moet je je inschrijven en dan hoor je maanden later van de gemeente of je in aanmerking komt. Bij ons mag iedereen binnenlopen. Het blijft verschrikkelijk om te ontdekken dat er achter de schermen veel armoede is. Dat is namelijk niet altijd even zichtbaar in Nederland.’
Je weet een verschil te maken, wat wil je nog meer?!
Leerproces
Dat is ook voor Tresi een leerproces geweest. ‘In gesprekken ontdek je dat sommige mensen zover zijn afgegleden dat ze nergens meer worden toegelaten. Hier kun je een cvtje opbouwen als vrijwilliger, kun je voor weinig geld goed eten krijgen. Voor twee euro kan een gezin twee dagen eten. Dat kan net het verschil uitmaken voor iemand om niet helemaal eraan onderdoor te gaan. Ik ben veel bezig geweest om mensen geestelijk en spiritueel te begeleiden. Maar ik besef me nu heel goed dat dat geestelijke werk weinig nut heeft wanneer je honger en dorst hebt.’ Tresi is inmiddels helemaal op haar plek en droomt nu van een verdere uitbreiding van de voedselcentra; want de nood is hoog. ‘Het is een mooi uniek concept geworden. Ik zou nog verder willen uitbreiden maar dat kan alleen met donaties en nog meer vrijwilligers. Het is voor mij mooi om te zien dat twee van mijn kinderen hun steentje bijdragen aan dit concept. Mijn zoon Jerony is bedrijfsleider van de derde locatie en Angel, mijn dochter, is sinds kort bedrijfsleidster van de tweede locatie. En: ik ben ook trots op mezelf hoor! Ik een klein vrouwtje van 1 meter 53 heeft dit voor elkaar gekregen! Door te luisteren naar mijn innerlijke stem en me niet te laten leiden door angst.’
Maar het allermooiste voor Tresi? ‘Dat je sommige mensen zeven jaar geleden ontmoet diep in de schulden, zonder baan. Nu zie je diezelfde mensen weer; uit de schulden of met een baan. Het gaat een stukje beter met hen. Je hebt een verschil weten te maken. Wat wil je nog meer?!’ Wil je een donatie doen of vrijwilliger worden bij het voedselcentrum? Kijk voor meer informatie op https://stichtingisaakendeschittering.nl/