Kook de rijst zoals op de verpakking. Doe dit in kippenbouillon in plaats van water. Giet de rijst af en laat helemaal afkoelen met de deksel erop.

Voor de bereiding van het vlees breng je eerst het water met de gesneden knoflook, steranijs, gemberpoeder, bruine suiker, ketjap, sambal en rijstwijn aan de kook. Leg de karbonades er in en doe de deksel op de pan. Laat het ongeveer 10 minuten zachtjes koken en zet dan het vuur uit. Ze mogen in het vocht afkoelen tot je ze nodig hebt.

Voor de saus snijd je de ui en knoflook fijn en fruit je deze in een pan met een klontje boter. Voeg de steranijs en de komijn toe en roer het mengsel om. Doe de suiker en het sap van de atjar tjampoer erbij. Vervolgens doe je de tomatenpuree en de geraspte gember erbij. Roer de saus en breng aan de kook.

Maak een papje met een beetje water en maizena. Roer in de saus terwijl je een beetje maizena toevoegt. De saus zal nu binden. Als de saus de gewenste dikte heeft, doe je het vuur uit. Vergeet de steranijs niet uit de saus te halen.

Haal het vlees uit de marinade en laat uitlekken. Giet nog een klein beetje van de marinade in de saus die je zojuist gemaakt hebt. 

Voor de nasi snijd je de prei, de ui en de peper in kleine stukjes. Bewaar dit even. 

Verwarm in een pan wat olie en doe daar de eieren in. Blijf roeren in de pan, totdat het roerei klaar is. Haal het ei uit de pan en bewaar. De pan hoeft niet schoon! 

Voeg in dezelfde pan wat olie en bak eerst de ui, dan de prei en de rode peper. Snijd de ham in vierkantjes en bak het even mee. Vervolgens kan je ook het roerei en de knoflookpoeder toevoegen. Voeg als laast de rijst toe. Schep de nasi goed om, zodat de rijst weer lekker warm wordt. 

Dep het vlees droog met keukenpapier of een theedoek en bak het krokant in de pan met een flinke laag olie. Ongeveer twee tot drie minuten per kant. Snijd het vlees in dunne reepjes.

Leg op je bord wat atjar tjampoer. Plaats daarop de reepjes krokant vlees en top af met een flinke laag saus. Schep uiteindelijk wat heerlijke nasi ernaast.