Meng 250 gram boter met 115 gram witte basterdsuiker en 30 gram poedersuiker en wrijf dit met je vingers door de boter heen. De bedoeling is dat het beslag luchtig wordt dus je roert met de toppen van je vingers door de boter/suiker heen. Draai snelle rondjes zodat er klucht in komt. Doe dit tot de boter helemaal wit geworden is. 

Voeg dan 50 ml melk toe en roer het er voorzichtig door. Denk eraan dat het luchtig blijft. 

Als laatste voeg je 330 gram bloem toe met 3 gram zout en roer zo kort mogelijk door elkaar. 

Verwarm de oven voor op 170 graden. 

Doe het beslag in een spuit zak met een fijn kartelspuitje. Leg een vel bakpapier op de bakplaat en spuit de krakelingen op de plaat. 

Voor het suikerkaneel meng je 200 gram suiker met 2 theelepels kaneel. Strooi de kaneelsuiker over de krakelingen heen. Schud de overtollige kaneel suiker van de koekjes af. Bak ze ongeveer 15 a 18 minuten af in de oven. Laat ze goed afkoelen.

Doe alle ingrediënten voor de chocolademelk in een pot en schud deze goed door elkaar. Als je dan een lekkere kop chocolademelk wilt maken breng je 200 ml melk aan de kook.  Doe 2 eetlepels van je eigen mix in een mok en roer daar de hete melk door heen. Vergeet de slagroom niet!