Smeer de zijkanten van de taartring (24 cm) in met een dun laagje olie. Op de bodem doe je een bakpapiertje.

Maal de koekjes fijn en doe er de gesmolten boter doorheen. Verdeel dit op de bodem van de taart en duw het goed aan met de achterkant van een lepel. Laat dit een uur opstijven in de koelkast.

Voor het deeg van de kletskoppen: meng de gesmolten boter met poedersuiker, verse jus d'orange, sesamzaad en bloem. Roer het kort en krachtig door elkaar zodat er geen klontjes ontstaan. Laat het deeg opstijven in de koelkast voor ongeveer 2 uur.

Laat de gelatine wellen in ruim koud water. Klop ondertussen de slagroom luchtig en zo dik als yoghurt. Meng de kwark met de suiker en het sap van de citroenen en de citroenrasp. (Gebruik je liever geen gelatine? Dan kan je 5 gram agaragar gebruiken).

Verwarm de melk tot 40 graden. Knijp de gelatine uit en los deze op in de warme melk. Roer de opgeloste gelatine door de kwark heen. 

Doe de helft van de slagroom erbij en spatel deze rustig door de kwark heen. Daarna voeg je pas de tweede helft van de slagroom aan de kwark toe.

Giet de kwarkmousse in de taartvorm en laat deze 3 à 4 uur opstijven in de koelkast. Na 4 uur haal je de ring voorzichtig van de taart af. Tijd om te decoreren.

Voor de kletskoppen: Doe het beslag in een spuitzak. Spuit bolletjes van 4 gram op de platen, met veel tussenruimte. Want het deeg loopt nog iets uit: zo’n 2 cm per kant uit. Zo voorkom je dat de koekjes tijdens het bakken aan elkaar gaan plakken. Bak de koekjes in een voorverwarmde oven op 200 graden voor ongeveer 5 tot 7 minuten.

Schil de kiwi en maak de aardbeien en de bramen schoon. Decoreer de taart met het fruit en maak het af met wat stukjes van de kletskoppen.