Nu de dagen steeds korter worden, steken we graag een kaarsje aan. Het is gezellig, het geeft wat extra warmte – maar is niet altijd even duurzaam. Duurzame lifestyle-expert Marieke Eyskoot geeft tips voor sfeervol kaarslicht, dat mooier schijnt voor jou én de planeet.

Wat is er mis met kaarsen?

Veel van de kaarsen die je gewoonlijk in de winkel koopt zijn van paraffine, wat van aardolie wordt gemaakt. Dat is een fossiele brandstof, die opraakt: niet zo goed voor het milieu, en eigenlijk ook best gek om aan te steken in je huis. Andere kaarsen hebben stearine als basis. Dat zijn vetzuren van plantaardig vet (zoals palmolie: voor de grootschalige teelt hiervan moet vaak veel natuur wijken) of dierlijk vet. Dit kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van slachtafval, zoals van koeien, kippen of varkens – er wordt wel gezegd dat je dit ook kunt ruiken als je het verbrandt. Toch niet zo gezellig…

Duurzamere kaarsen

Het kan ook anders. In biowinkels, cadeauwinkels en duurzame webshops zijn tegenwoordig steeds meer (geur)kaarsen te vinden die van milieuvriendelijkere materialen zijn gemaakt. Bijvoorbeeld van sojawas – maar let dan wel op dat het biologisch gecertificeerd is, want er is ook sojateelt waarvoor regenwouden worden gekapt (zoals in de Amazone). Deze grondstof is dan wel beter dan aardolie, maar het komt vaak nog steeds van ver. In Nederland wordt koolzaad verbouwd, waar ook was van kan worden geproduceerd. Van koolzaadwas kun je goed kaarsen maken, en dus ook heel lokaal. Dat geldt ook voor bijenwas, een bijproduct van honing. Dit is niet plantaardig, maar wel natuurlijk. En omdat het hier gewonnen wordt, kan de voetprint lager zijn. Veel mensen vinden de geur hiervan ook fijn.

Slimmer branden

Duurzamere kaarsen zijn misschien wat duurder, maar ze branden langer – in de video over de ambachtelijke kaarsenmaker Giselle benadrukte zij dat nog eens. Dus het lijkt wellicht meer te kosten, maar je krijgt meer waar en plezier voor je geld.

Hier een paar tips om zo zuinig en slim mogelijk van je vlam te genieten: 

1. Brand de kaars tot de rand

Is het een stompkaars of zit-ie in een glas? Brand hem de eerste keer helemaal tot de rand. Doe je dat niet, dan gaat-ie vanaf dan omlaag branden, als in een koker, en dan mis je dus veel kaarsvet als brandstof. Zonde! 

2. Zorg voor goede ventilatie 

Als je iets verbrandt, komen er stoffen vrij. Bij kaarsen is dat vaak CO2, fijnstof en/of roet. Niet het allerlekkerste om in te ademen, dus zorg dat je goed ventileert. Let er ook op dat de kaars niet op de tocht staat, anders gaat-ie meer walmen (en dus meer stoffen veroorzaken) en als je niet oppast ook sneller op.

3. Knip de lont deels af

Knip de lont af tot ongeveer een centimeter, dan brandt hij ook beter en schoner (en knip ook dat gespleten stukje bovenaan af). Zet je kaars eens in een glazen stolp, dan kun je zien of er veel roet vrijkomt. 
 

Kaarsen DIY: recyclen, twisten, kandelaars

Kaarsen kun je ook goed zelf maken: heel duurzaam, en leuk als activiteit of cadeau!

  • Heb je stompjes kaars over? Gooi ze niet weg, maar verzamel ze. Als je er genoeg hebt, kun je ze smelten in een pan, eventueel mengen met je lievelingsolie voor een heerlijke geur, en dan met een lont (liefst biologisch katoen, natuurlijk gebleekt) in een schoon potje gieten. Op internet vind je allerlei tutorials – gezellig om te doen, en super om je eigen kaars te hebben of geven. Recyclen kost weinig, er zijn geen nieuwe grondstoffen nodig en het voorkomt afval!
     
  • Vind je gedraaide kaarsen heel mooi, maar kun je ze niet duurzamer vinden? Kies dan een rechte kaars – als je die verwarmt kun je hem met een beetje handigheid zelf twisten. Het wordt misschien niet perfect, maar dat maakt het juist extra uniek! Ook hiervoor vind je online uitleg.
     
  • Een mooie, duurzame kaars verdient natuurlijk ook een mooie kandelaar. Ook die kun je simpel zelf knutselen, van overgebleven servies of flessen bijvoorbeeld. Zie deze leuke BinnensteBuiten DIY’s hier en hier.


Veel plezier – stuur je ons een fotootje van het resultaat?

Liefs, en licht, Marieke

Geschreven door
Marieke Eyskoot
Datum