Voor het sloffendeeg meng je de boter met twee soorten suiker de eidooier het zout en de citroenrasp door elkaar. Voeg dan de bloem en bakpoeder toe en kneed rustig en zo kort mogelijk tot een deeg. Duw het plat en dek het af met plasticfolie en laat het een uur opstijven in de koelkast.

Kneed het deeg kort door en maak er een dikke plak van zodat je er twee sloffen ringen uit kunt steken. Mocht je deze niet hebben kan het ook in een ronde bakvorm. Zet de oven aan op 180 graden.

Voor de Zwitserse room maak je eerst banketbakkersroom. Hiervoor breng je de melk met de helft van de suiker en de open gesneden vanille stok aan de kook. Meng de eidooier met de rest van de suiker en de maizena en roer dit goed door elkaar. Voeg hier de kokende melk aan toe terwijl je goed blijft roeren. Doe het terug in de pan en breng langzaam aan de kook terwijl je goed blijft roeren.

Als de banketbakkersroom klaar is giet je hier 150 gram vanaf. Dit meng je door de amandelspijs heen. Doe dit in een spuitzak en spuit de vulling in het midden op de sloffen bodem. Zorg dat de rand ongeveer 1 cm vrij blijft zodat het deeg omhoog kan bakken. Bak de slof in 25 a 30 af en laat het goed afkoelen.

Haal de rest van het banketbakkersroom uit de pan en dek af met plastic velletje. Laat goed afkoelen in de koelkast. 

Klop 150 ml slagroom luchtig en roer de advocaat door de afgekoelde banketbakkersroom. Roer het helemaal glad. Spatel dan rustig de slagroom met advocaat door de banketbakkersroom heen en je hebt Zwitserse room. Doe dit in een spuitzak en spuit dit in het midden van de sloffenbodem.

Snij de kroontjes van de aardbeien. Snij de aardbeien door de helft, leg ze op de bodem en duw ze iets aan in de Zwitserse room.

klop 200 ml slagroom luchtig met 20 gram suiker en spuit met een spuitzak met kartel wat toefjes slagroom op de aardbeienslof.