Begin met het maken van de stoof. Maak de okra schoon, verwijder het grootste deel van de takjes maar laat de steelaanzet heel, zodat de okra niet slijmerig wordt. Pel en snijd de ui fijn. Was de spliterwten en laat ze uitlekken in een vergiet. Was en snijd de tomaten in stukjes. 

Verhit een flinke scheut olie in een pan en bak hierin de ui 3 minuten. Doe de spliterwten en tomaten in de pan en bak even mee. Voeg naar smaak wat peper en zout en de gedroogde dille toe. Voeg de okra toe en bak al omscheppende een paar minuten zodat de okra aan alle kanten gebakken is en een dun filmend laagje heeft.

Voeg net zoveel water toe, totdat de okra net onder staat. Laat met het deksel op de pan ca. 30 minuten zachtjes stoven totdat de saus is ingedikt en de olie boven komt. Snijd eventueel de verse dille fijn en meng deze er vlak voor het serveren door.

Maak ondertussen de rijst klaar. De Afghaanse manier is wat bewerkelijker, maar levert wel de mooiste, losse basmatikorrels op. Spoel de rijst een paar keer totdat het water helder blijft. Week de rijst minstens een half uur in ruim, schoon water maar langer kan ook.

Breng 1½ l water in een grote pan aan de kook. Voeg zout naar smaak toe en kook hierin de geweekte rijst max 3 minuten en giet af. Te lang en de rijst gaat kleverig worden later. Giet de rijst goed af en laat uitlekken. Schep de rijst voorzichtig in een pan. Meng een scheutje olie met 750 ml water, het komijnzaad en wat zout naar smaak en giet over de rijst.
 

Vouw een schone theedoek over een goed passende deksel en laat met het deksel op de pan op een zo laag mogelijk vuur (evt. met vlamverdeler) nog ca. 30 minuten verder gaar stomen.

Serveer de okrastoof met de rijst. Ook lekker met een salade van fijngesneden komkommer, tomaat en rode ui. En als je er aan kan komen lekker met Afghaanse ingemaakte groenten of chutney.