Verwarm de oven voor op 180 graden.

Rol de tongfilets op tot rolletjes. Begin vanuit de staart en rol ze helemaal op. Leg ze op een ingevette ovenschaal en strooi er wat peper en zout overheen.

Zet de tongrolletjes voor vijftien minuten in de voorverwarmde oven en laat ze vervolgens afkoelen. 

Voor de saus snipper je een half sjalotje en doe dit in een pan met de ½ dl witte wijn, 120 g crème fraîche, twee takjes tijm en laat het tot de helft inkoken. Passeer de saus vervolgens door een fijne zeef.  Breng de saus daarna nogmaals aan de kook en voeg twintig gram boter toe. De saus moet dezelfde dikte krijgen als honing. Breng het op smaak met peper en zout.

Snij de tongrolletjes in plakjes van ca. drie cm en schenk in elke amuselepel een klein beetje saus (niet te veel). Leg daarop een plakje van het tongrolletje en schenk er vervolgens nog een beetje saus overheen. Als laatste leg je er twee à drie Hollandse garnaaltjes op, een halve theelepel kaviaar, een dun plakje truffel, een heel klein takje dille en twee a drie plukjes tuinkers. Maak het af met een klein beetje peper en zout.