Begin met de bereiding van de marinade voor het varkensvlees. Doe de zonnebloemolie, lichte sojasaus, donkere sojasaus, Hoisinsaus, rijstazijn en sesamolie in een kom. Voeg daar rode bietenpoeder, vijfkruidenpoeder en licht bruine basterdsuiker aan toe. Maak het af met kruidnagel, steranijs en rode gefermenteerde tofu. 

Snijd de tenen knoflook en de gember fijn en voeg toe aan de marinade. Snijd de procureur in 5 stukken en plaats dit in een schaal. Sluit het af met folie en laat het minimaal 12 uur marineren in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Na 12 uur marineren haal je het vlees uit de koeling en bak je deze 15 min af in de voorverwarmde oven. Haal de procureur uit de oven en draai de oven naar 200 graden. Draai het vlees om en smeer in met de marinade, bak het nog eens 5 minuten in de oven. Herhaal dit proces 4 keer. Na de vierde keer laat je het spek 10 minuten rusten. Snijd het vervolgens in dunne plakken.

Dop de sperziebonen. Smoor ze met een flinke klont boter in een koekenpan. Voeg een beetje water toe zodat de bonen net onder staan. Verkruimel er een groentebouillonblokje over. Laat ze ongeveer 3 minuten op het vuur. 

Kook de rijst gaar. Snipper de ui. Verhit een wok en bak hierin de sambal badjak en het uitje glazig. Voeg de rijst toe en bak het ongeveer 5 minuten op middelhoog vuur. Snijd ondertussen de selderij fijn en voeg deze als laatste toe.

Verwarm de azijn en roer de suiker erdoor tot het helemaal is opgenomen. Snijd de komkommer in plakjes en schenk de azijn met suiker erover. Maak het af met een snufje zout.

Schep wat gebakken rijst in het midden van een bord. Leg wat sperziebonen naast de rijst. Het gemarineerde vlees leg je in gesneden plakjes op de rijst. Serveer met de komkommer op zuur.