Crispy omelet op rijstvellen met romige witlofsoep

Schil de aardappelen en snijd de aardappelen en uien in grove stukken. Verwarm de roomboter in de pan. Verwijder de harde kern van de witlof en snijd in repen, bewaar éen witlof voor de garnering.

Voeg de aardappel, witlof en de ui toe aan de pan met roomboter. Kook dit 3 minuten en voeg dan de bloem toe en bak nog eens 3 minuten. Blus het af met water en doe de bouillonblokjes erbij. Laat het 20 minuten koken.

Kluts de eieren in een grote mengkom en breng op smaak met de gemalen komijnzaad, de gemalen korianderzaad, sojasaus en de sesamolie. 

Snijd een bosui en de Spaanse peper in dunne ringen en de champignon in plakjes. Voeg de helft van de bosui toe aan de eieren en bewaar de rest voor de garnering.

Neem een koekenpan met deksel. Verhit hierin een scheutje olijfolie en leg er twee rijstvellen in (op elkaar). Giet er zo snel mogelijk een kwart van het eiermengsel op. Verdeel er wat plakjes champignons over en een paar Spaanse peper ringen, bewaar wat Spaanse pepers voor de garnering. Plaats de deksel op de pan.

Als de eieren gaar zijn, strooi je wat geraspte kaas erover en doe de deksel weer op de pan totdat de kaas gesmolten is. Haal de omelet uit de pan en strooi er wat sesamzaadjes, Spaanse peper en bosui over.

Voeg na 20 minuten koken de kookroom toe aan de soep en pureer het glad met een staafmixer.

Bak de spekjes in de pan waar het ei in is gebakken tot ze gaar zijn. 

Schep de witlofsoep in een kom en snijd de omelet in pizzastukken en leg op een bord. Garneer de soep met de spekjes en de overgebleven witlofreepjes. 

Doe het water in een karaaf en voeg daar het fruit en de munt aan toe.