Voor de soep snijd je de rode en lente ui in grove stukken. Doe ze met de gesneden knoflook, het venkelzaad en een goede hoeveelheid olijfolie in een grote, hoge pan. Snijd vervolgens de verse tomaten en doe ze samen met de ingeblikte tomaten erbij, laat het een beetje garen. Het vocht maakt het geheel al wat meer een soep, voeg de bouillon toe om het natter te maken.

Voor de soepkom, snijd je het brood doormidden en hol je de beide kanten uit. Doe vervolgens het broodkruim wat overblijft, in de pan erbij. Laat de soep trekken, en breng het op smaak met peper en zout.

Ga vervolgens verder met de bereiding van het konijn. Bedek de konijnenbouten in bloem en bak ze in een hete pan met wat olie. Bak ze aan beide kanten, met wat peper en zout. Snijd de aubergines, rode peper, de paprika, de twee schijven sinaasappel en de worst. Doe al deze ingrediënten in de pan, zodat ze mee kunnen stoven met de konijnbouten. Voeg vervolgens ook de olijven, tomaten en de kappers toe.

Nadat al deze ingrediënten in de pan zitten, schenk je er een beetje bouillon bij. Vul de pan vervolgens met een halve fles wijn. Schenk er zo veel bij, totdat alles nét niet onder staat. Laat het zo lang mogelijk pruttelen.

Giet de polenta in kokend water. Neem vier delen water, per één deel polenta. Roer goed door de pan. Zodra de polenta een pap-achtige structuur heeft, doe je de botet er doorheen en voeg je het peper en zout toe. Doe er vervolgens een goede hoeveelheid (naar smaak) Parmezaanse kaas door. Pers er boven een teentje knoflook uit.

Haal de konijnenbouten van het vuur. Leg ze in een schaal en schenk de overige inhoud van de pan hier overheen. Serveer naast de schaal met de konijnenbouten de polenta apart in een schaaltje. Werk het af met wat olijfolie en Parmezaanse kaas. Schenk tot slot de soep in het uitgeholde brood. Werk de soep af met een mooi basilicum blaadje.

Wijntip: serveer dit gerecht met een glas Italiaanse rode Sangiovese wijn om het helemaal af te maken.