Begin met de rösti. Rasp de aardappel en een uitje tot dunne reepjes (julienne), doe er een eitje bij en breng het op smaak met peper en zout. 

Meng het goed. Smelt boter in de pan en bak het mengsel rustig in de pan. Het moet langzaam bakken.

Maak de hamburgers. Breng op smaak met peper en zout en meng er een ei doorheen. Vorm met je handen de burgers. Laat ze opstijven in de koelkast. 

Voor de mayonaise: kluts een eidooier en een eetlepel mosterd los en giet er daarna al roerend de olie erbij. Hou ‘m lekker dik. Snijd augurk fijn en roer het door de mayonaise. 

Bak de spek uit tot het krokant is en laat het uitlekken op een bordje met keukenpapier. Bewaar het vet van de spekjes. Snijd de zachte bolletjes doormidden.

In het vet van de spekjes bak je de burgers tot ze aan beide kanten goed bruin zijn. Ze zijn dan nog niet gaar. Leg ze in een ovenschaal en gaar ze verder in een oven op 180 graden. 

Als de burger nét niet gaar is leg je een plak raclette kaas er op en zet het terug in de oven. Bak een spiegelei voor op de rösti.

Toast ondertussen de broodjes onder de grill of in een hete pan. Begin met een laagje kruidenmayonaise op het onderste broodje, dan een blaadje sla, vervolgens de burger met de gesmolten kaas en leg er nog wat extra gesmolten kaas op. 

Dek af met een plakje spek en nog wat sla. Smeer de bovenkant van het broodje in met nog wat saus en leg het erop. Druk even aan. Serveer met een halve rösti.

Voor de witte glühwein: Giet de witte wijn in een pan en leg een zeef in de pan. Doe in de zeef jeneverbes, peperkorrel, steranijs en kaneel. Laat het lekker trekken en verwarm de wijn.

Als je denkt dat de wijn goed getrokken is, pers je een halve limoen uit boven de pan. Doe een plakje limoen in een beker of glas en vul het met de glühwein.