Twee uur van tevoren: snijd de watermeloen in stukjes en leg ze in de vriezer. 

Verwarm de oven voor op 180 graden met alleen boven- en onderwarmte en geen hete lucht. (Anders vliegt je bloem zo door de oven!) Zeef de bloem in een gelijkmatige laag op een bakplaat. Rooster de bloem in het midden van een hete oven op 180°C lichtbruin. Roer tussentijds even om, zodat de bloem gelijkmatig bruin wordt. 

Verwarm de olie in een grote wok of hapjespan. Frituur hierin de amandelen goudbruin en bewaar de ‘amandelolie’. 

Stamp de sesamzaadjes fijn in een vijzel of maal fijn in een keukenmachine. Doe dit ook met de afgekoelde amandelen. Houd wat amandelen achter voor de garnering. Vijzel de mastiek met een snufje zout fijn.

Zeef de afgekoelde geroosterde bloem in een grote schaal. Voeg de mastiek, kaneel, anijs, venkelzaad, ras el hanout en cacao toe en meng goed door. Voeg naar smaak wat poeder- of anijssuiker en eventueel nog een snufje zout toe. 

Meng wat van de achtergehouden amandelolie door de sfouf. Voeg net zoveel olie toe, totdat je de gewenste kruimeligheid hebt. Breng eventueel nog verder op smaak met wat poedersuiker. 

Schep in een diepe kom en tas hoog op als een mooie berg. Garneer de sfouf met de achtergehouden amandelen en bestrooi met wat suiker. 

Ga verder met het maken van de watermeloen-rozenwatershake. Pureer de watermeloenstukjes met het rozenwater en schenk het in een mooi glas.   

Serveer de sfouf in kleine schaaltjes of kommetjes en eet met een lepeltje.