Schil de appel en snijd in blokjes. Stoof de appel drie minuten in een pan zonder vetstof. 

Voeg de rozijnen, suiker, rum, kaneel toe. Stoof nog drie a vijf minuten tot de appel zacht wordt. 

 

Haal de vulling uit de pan en voeg de broodkruim, custardpoeder en abrikozenjam toe en laat de vulling afkoelen.

Voor de vanillesaus breng je tweederde van de room aan de kook. Haal het merg uit het vanillestokje en voeg dit met het suiker aan de room toe. 

Roer de eidooiers met eenderde van de room door elkaar heen. Als de room in het pannetje kookt voeg je deze al roerend bij de eidooier. Dan gaat alles terug het pannetje in en verwarm je de saus tot 82 graden. Daarna gelijk van het vuur af en giet je de saus in een koude kom.

Leg een plak filodeeg op een droge theedoek. Bestrijk deze met een beetje boter. Leg er nog een plak filodeeg op. Herhaal dit tot je vier lagen hebt. 

Leg een baan van de appelvulling op het filodeeg. Bestrijk de rest van de plak met de boter. Rol nu het deeg op en leg op een bakplaat met bakpapier. Bestrijk de strudel nog een laatste keer met wat boter. 

Bak de apfelstrudel in een voorverwarmde oven op 220 graden in ongeveer 15 a 18 minuten gaar.

Bestuif de strudel met poedersuiker. Serveer de saus ernaast, net als de slagroom.