Verwarm de oven voor op 180 graden.

Doe voor de karamel de karnemelk in een pan en verwarm op laag vuur. De karnemelk zal nu gaan schiften en dat is goed! Zeef de karnemelk zodat de melkbestanddelen achterblijven en je een heldere wei overhoudt.

Zet de wei opnieuw op het vuur en voeg nu de bruine suiker toe. Kook in totdat de karamel dikker wordt. Blus af met de room en boter en kook nog 2 minuten in. Laat afkoelen.

Ga verder met de bruine-boter kruim. Smelt de boter op laag vuur. Deze hoeft niet te kleuren. Voeg de melkpoeder toe en blijf met een garde roeren totdat de melkpoeder goudbruin wordt.

Haal alles dan door een fijne zeef, maar vang het restant boter op voor later gebruik. De kruim wordt crispy zodra het is afgekoeld.

Leg een vel filodeeg op een met bakpapier beklede bakplaat en besprenkel met de gesmolten boter van de kruim. Bak goudbruin in circa 6 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden.

Haal op tijd het slagroomijs uit de vriezer zodat deze ietwat zachter is geworden. Meng dan in delen de appelstroop door het ijs en koel terug.

Schil tenslotte de appel en snijd in vier gelijke stukken. Verwijder het klokhuis en bak de appel op hoog vuur.

Voeg nu de bruine suiker en vijfkruidenpoeder toe en laat kort karameliseren. Blus af met de calvados.

Pak nu een mooi bord en plaats hierop een lepel hangop, wat krokante boterkruim en het gebakken appeltje. Plaats op de kruim een royale ijslepel appelstroopijs en serveer met de karnemelk karamel en het goudgebakken filodeeg.