Schil de asperges, leg ze in een grote pan zodat ze plat op de bodem kunnen liggen. Giet er koud water over, net zoveel totdat de asperges helemaal onder water staan (Je kunt er een bord op leggen zodat de asperges niet naar boven drijven).
Voeg er voldoende zout aan toe en breng het aan de kook. Als het water kookt laat het dan 2 minuten doorkoken en bij dikke asperges ietsje langer.

Haal vervolgens de pan van het fornuis en laat het ongeveer 8-10 minuten in het hete vocht nagaren.
Check vanaf 8 minuten of je de bite goed vindt, door een stukje van het kontje af te snijden en te proeven, leg ze anders nog even terug.

Voor de saus, snijd sjalotje heel fijn, rasp de knoflook en gember, snijd de galanga wortel en rode peper (als je niet van pittig houd haal zaadjes en lijsten eruit) in dunne schijfjes. Haal de buitenste bladeren van de citroengras en snijd de onderkant en ¼ deel van de bovenkant af, kneus het dan flink samen met de limoenblaadjes. 

Fruit de sjalot totdat het glazig is, voeg dan de knoflook, citroengras, limoenblad, galanga wortel, rode peper toe en verhit het op medium stand, bak dit kort mee. Voeg dan ook de kokosmelk en ¼ bouillonblokje toe, laat dit ongeveer 10 minuten pruttelen, totdat de saus wat ingedikt is. Voeg vervolgens palmsuiker, vissaus en limoensap toe. Haal het geheel door een zeef.

Voor het serveren, schep je de saus op een bordje, druppel er wat Thaise basilicum olie overheen, leg de asperges erop en versier het met wat Thaise basilicum en eetbare bloemen.