Verwarm de oven voor op 175 graden. Gebruik de keukenmachine om de bananen samen met de kokosolie fijn te malen en doe dit mengsel  in een grote kom om verder te gaan met de mixer (bij het ontbreken van een keukenmachine kan u ook een gewone handmixer gebruiken).

Mix vervolgens 1 voor 1 de eieren en voeg hier de kaneel, nootmuskaat en een snufje zout aan toe. Mix het nog 1 minuut door en voeg dan de amandelmeel en de bakpoeder aan toe en mix dit ongeveer nog 1 minuut goed door.

Ondertussen halveer je de dadels en hak je de pecannoten wat kleiner. Roer de dadels, pecannoten en de kokosrasp luchtig door het beslag heen met een spatel.

Smeer een bakvorm van ongeveer 30 cm in met wat kokosolie en strooi het in met een beetje amandelmeel. Klop de bakvorm af en schenk het beslag in de bakvorm. Zet het bananenbrood in de voorverwarmde oven en bak het in ongeveer 40 min af.

Check met een satéprikker of het bananenbrood gaar is. Als de prikker er schoon uit komt is het gaar. Haal dan het bananenbrood uit de vorm en laat het op een rooster verder afkoelen. Maak de crème fraîche op smaak met de binnenkant van de vanillestokjes en voeg wat ahorn siroop naar smaak toe. 

Breng de rode port aan de kook samen met het kaneelstokje, steranijs en een opengesneden vanille stokje. Snij ondertussen de vijgen door vieren en voeg deze er aan toe en laat dit zacht inkoken. Verwijder het van het vuur. Rasp de schil van de citroen en voeg de schil  eraan toe samen met het sap van de citroen en de honing. Roer het goed door en laat het afkoelen.