Voor het deeg van het vlechtbrood: verwarm de melk met de boter tot 30 graden en tot de boter is opgelost. Doe de bloem met het zout, suiker en gist in een kom. Giet de warme melk eroverheen en meng het tot een deeg. 

Kneed het deeg 8 minuten met een deeghaak. Kook ondertussen de eieren 8 minuten. Bol het deeg op en laat het 30 minuten rijzen onder een vochtige doek. 

Snijd de kontjes af van de groene asperges. Blancheer ze in kokend water met wat zout. Leg na twintig seconden de groene asperges in een kom met koud water en ijsblokjes.

Verdeel het deeg in drie stukken en bol deze op. Laat het afgedekt 20 minuten rijzen. Duw het bolletje plat en rol ze uit tot een lange sliert van zo’n 40 cm.

Leg de drie slierten bij elkaar en duw de bovenkant aan elkaar vast. Vlecht het brood, maar doe dit niet te strak. Leg het brood op een bakplaat met bakpapier. Dek het brood af en laat het 50 a 60 minuten rijzen. 

Voor de eiersalade: leg de gekookte eieren in koud water en pel ze. Snijd de eieren en de helft van de groene asperges fijn en doe ze in een kom. 

Klop een ei los en meng met het water en een sufje zout. Bestrijk het brood voorzichtig met het eistrijksel en bak het af in een voorverwarmde oven op 220 graden voor ongeveer 20 minuten. Als het brood te donker wordt, dek je het af met een stuk aluminiumfolie. 

Snipper de ui, snijd de bieslook in fijne stukjes en voeg ze toe aan de kom met eieren. 

Voeg vervolgens de mayonaise, mosterd en crème fraîche toe. Meng alles goed door elkaar. Breng op smaak met zout en peper. Serveer de eiersalade met het versgebakken vlechtbrood.