Pel en rasp de uien fijn. Snij de peterselie fijn. Verhit een scheutje olie in een stoofpan en bak hierin de jackfruit met ras el hanout, uien en peterselie 45 minuten op laag vuur.

Smelt intussen de boter. Bak de amandelen met 3 el gesmolten boter goudbruin. Maal de amandelen fijn in een keukenmachine en breng op smaak met 1 a 2 theelepels kaneel, poedersuiker en 1 a 2 eetlepels oranjebloesemwater. Breng op smaak met peper en zou. Neem de jackfruit uit de uiensaus en pluk het vlees in kleine stukjes. 

Maak de daghmira: klop de eieren los met het sap van de halve citroen en roer dit mengsel door de warme uiensaus in de pan. Laat een paar minuten zachtjes pruttelen tot de saus gebonden is.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng de rest van de gesmolten boter met een gelijke hoeveelheid olie. Vet een grote ronde b’stillavorm of een bakvorm met een opstaande rand in met boterolie.

Bestrijk drie filodeegvellen aan beide kanten met boterolie. Bekleed de bakvorm met drie kruislings op elkaar gelegde vellen, zodat de bodem en de randen van de bakvorm geheel bedekt zijn. Laat het overschot over de randen hangen. (Dit gebruik je tot slot om de b’stilla dicht te vouwen.)

Verdeel de helft van de amandelen over de filovellen, bedek met een passende dubbele laag ingevette stukken filo. Verdeel de daghmira erover en bedek weer met een passende dubbele laag ingevette stukken filo. Verdeel hierover de stukjes jackfruit.

Vouw de overhangende stukken filo van de eerste laag over de vulling naar binnen. Beboter nog enkele filovellen. Vouw deze zo om het deegrondje dat je een zo goed mogelijk ingepakte ronde b’stilla krijgt. Gebruik zo min mogelijk vellen.

Bak de b’stilla in het midden van de hete oven in 20 minuten goudbruin en knapperig. Plaats op een schaal en bestrooi met poedersuiker en kaneel.