Meng de bloem, eieren, melk, gesmolten boter en een snufje zout. Passeer het mengsel door een fijne zeef en laat het 2 uur rusten.

Snijd vijf rijpe pruimen in kleine blokjes, halveer de frambozen en de zwarte bessen. Snijd een appel in dunne plakjes en vervolgens in fijne bâtonnetjes (stokjes). Snijd de kiwi ook in blokjes.

Meng het fruit met een lepel vijgen- of abrikozenjam, dik passievruchtensap, fijngemalen pistachenoten, mascarpone, verse tijmblaadjes en fijne stukjes nougat. Roer alles voorzichtig door elkaar en laat het even staan, zodat de smaken goed kunnen intrekken.

Verhit wat boter in een koekenpan van 18 cm doorsnede. Zorg ervoor dat de bodem van de pan helemaal ingevet is. Giet 2 à 3 eetlepels beslag in de koekenpan, draai de pan rond zodat de bodem van de pan bedekt is met een dun laagje beslag is. 

Draai de hittebron 1 minuut naar hoog tot de bovenkant van het flensje droog en de onderkant bruin is. Keer de flensjes om en bak de andere kant 30 seconden. Neem het flensje uit de pan en houd het flensje warm tot alle flensjes zijn gebakken.

Pak een uitsteekring van 14 cm en steek 8 mooie rondjes uit de flensjes Leg een rondje in het midden van een bord en schep in het midden 2 eetlepels van de vulling. Leg hierna nog een rondje op. Strooi wat gemalen pistachenootjes of een andere soort gemalen noten over de flensjes heen met wat karamelsaus.