Breng water in een steelpan aan de kook en leg daar twee eieren in. Kook precies 6 minuten. Leg dan de zachtgekookte eieren gelijk in ijs koud water. 

Snijd het groene deel van de bosui af. Het witte deel kun je bewaren in de koelkast voor een ander gerecht. Snijd de bosui en bieslook in dunne ringetjes. 

Snijd een kwart komkommer in de lengte in sticks van ongeveer ¹⁄₂ cm dik. Haal de zaadjes uit de komkommer. Doe de sticks in een kommetje en meng met sesamolie, sushiazijn en een paar geroosterde sesamzaadjes. Roer even goed door en zet weg. 

Rasp de gember en meng dit met sojasaus, mirin en een snuf zout in een klein bakje en roer goed door. Leg de afgekoelde eieren in het sojamengsel en zet in de koelkast.

Kook rijst zoals op de verpakking staat.

Snijd de aubergine in de lengte voor mooie slierten of in de breedte voor dakpannetjes in plakken van 1 cm. Je kunt eventueel een beetje zout over de plakken strooien. 

Verwarm een koekenpan en voeg daar een flinke scheut zonnebloemolie aan toe. Bak de aubergines aan beide kanten bruin. Voeg eventueel een beetje extra olie toe als je de aubergine hebt omgedraaid. Laat na het bakken de aubergines even op keukenpapier rusten.

Meng dan de hoisin, rijstazijn, sojasaus, sesamolie en gochugaru kort in dezelfde koekenpan als de aubergines. Zodra de saus bubbelt doe je de aubergine erbij en zorg je dat de saus goed over de aubergine wordt verdeeld. Keer de plakken een paar keer om. 

Doe de rijst in een klein kommetje, druk aan en draai om op een bordje zodat je rijst op het bord hebt. Strooi daar furikake over. Verdeel de plakken aubergine en dek het bolletje rijst er mee af. Gebruik het laatste beetje saus uit de pan om de aubergine (met een kwastje) af te lakken. Strooi er furikake over en garneer met de ringetjes bosui, bieslook en koriander. Serveer met de komkommer, sushi gember en het ramen ei.