Krokant gebakken sushirijst met pastinaakcrème en zalmtartaar

Begin met het verhitten van de zonnebloemolie in een ruime hapjespan rond de 180 graden. Terwijl de olie langzaam op temperatuur komt, verdeel je de sushirijst in twaalf gelijke vormpjes. 

Zodra de olie heet genoeg is, laat je de rijstblokjes voorzichtig in de pan zakken. Ze zullen meteen beginnen te bruisen en na zo’n zes minuten per kant veranderen in goudbruine, knapperige koekjes. Haal ze eruit, laat ze uitlekken op keukenpapier en bestrooi ze meteen met een snufje zout.

Daarna ga je verder met de zalmtartaar. Snijd de zalm in kleine blokjes van ongeveer een halve centimeter. Hoe fijner je snijdt, hoe mooier de tartaar straks wordt. Snipper vervolgens de rode ui heel fijn, en hak ook de kappertjes en peterselie zo klein mogelijk. 

Schep alles samen in een kom en meng het met de sesamolie, sesamzaadjes, limoensap, de sriracha en de mayonaise. Roer het goed door zodat alle smaken mooi samenkomen. Zet de tartaar even apart in de koelkast.

Voor de pastinaakcrème schil je eerst de pastinaken en snijd je ze in kleine stukjes. Spoel ze even schoon en doe ze in een pan. Voeg zoveel water toe dat de pastinaak net onder water staat en verkruimel het bouillonblokje erbij. Laat dit zo’n twintig minuten zachtjes koken, totdat de pastinaak helemaal gaar is. 

Giet het kookvocht vervolgens in een maatbeker; dat heb je straks nog nodig. Doe de pastinaak samen met de roomboter in een keukenmachine en mix tot een zijdezachte crème. Als de crème iets te dik lijkt, voeg je een scheutje van het bewaarde kookvocht toe totdat hij precies de gewenste smeuïgheid heeft.

Leg de krokante sushirijst op een schaal en verdeel er een mooie lepel van de warme pastinaakcrème over. Schep er vervolgens een royale hoeveelheid van de zalmtartaar op.