Snijd de kippendijen in stukjes en doe in een grote kom. Voeg de yoghurt, fijngehakte knoflook, het citroensap en een beetje zout toe en meng goed door. Zet het in de koelkast en laat goed intrekken.

Ga verder met het beslag. Meng de bloem, maïzena, bakpoeder en wat zout goed door. Verwarm een hapjespan met een flinke laag olie. Verwarm de olie tot ongeveer 180 graden. 

Haal de kipstukjes uit de marinade maar laat er nog wel een beetje op zitten. Haal de kipstukjes door het bloemmengsel. Schud de overtollige bloem eraf.

Laat de kipstukjes voorzichtig in de olie zakken en frituur ze 6 tot 8 minuten. Haal de gebakken kipstukjes uit de pan en plaats ze op een bord met keukenpapier.

Ga verder met de saus. Hak de tenen knoflook fijn. Smelt in een pan boter en fruit hierin de knoflook. Voeg de honing toe en blus het af met sojasaus en water. Laat het zachtjes inkoken, tot het een stroperige saus wordt. 

Voeg de krokante kipstukjes aan de saus toe en maak het af met de sesamzaadjes.

Kook de eiermie volgens de aanwijzing op het etiket gaar. Maak de radijsjes schoon en halveer ze. Snijd het witte gedeelte van de lente-ui in stukken van ongeveer 3 cm lang en het groene gedeelte in dunne ringen. 

Hak de gember fijn. Verwarm een wok met wat olie. Roerbak de radijs met de witte stukjes van de lente-ui en gember ongeveer 3 minuten. 

Voeg de eiermie en de ketjap toe en roer het goed door. Maak het af met de dungesneden lente-ui en verwijder de pan van de warmtebron. Eet smakelijk!