Verwarm de oven voor op 180°C. Leg vier plakjes korstdeeg opklaar. Doe dit drie keer. Rol deze uit tot een lange plak.
 

Prik in de rol deeg met een vork en leg het op een bakplaat. Bak ze af in de oven voor ongeveer 20 a 25 minuten en laat het daarna goed afkoelen. 

Maak een papje met een beetje melk en de custard poeder. 

Kook de rest van de melk samen met de  50 gram suiker en de vanille. Als de melk kookt voeg je deze bij de custard. Roer goed door en giet alles terug in het pannetje. 

Breng het opnieuw aan de kook en giet het in een bakje. Dek het af met plasticfolie en laat afkoelen in de koelkast. 

Laat de gelatine weken in koud water. 

Sla de slagroom stevig met de 90 gram suiker. 

Knijp de gelatine goed uit en verwarm het lichtjes in een pannetje. Roer de afgekoelde banketbakkersroom glad en roer de gelatine er door heen. Voeg hier 200 gram slagroom aan toe en spatel dit rustig door elkaar. 

Doe de banketbakkersroom in een spuitzak. Doe de andere slagroom in een andere spuitzak met een kartelspuitje.

Ga nu verder met het deeg. Kook de abrikozen jam en bestrijk dit met een kwast op de korstplakken. 

Spuit voorzichtig een laag banketbakkersroom op de korstplak. Leg hier een plak korstdeeg boven op. 

Bestrijk ook de andere kant met abrikozenjam. Spuit op de tweede laag slagroom en leg hier weer een plak korstdeeg op. Bestrijk ook de laatste kant met abrikozen jam. 

Verwarm de fondant tot ongeveer 40 graden. Meng er een druppel oranje kleurstof doorheen. 

Giet de fond over de tompouce en behulp van een glaceer mes en  strijk de fondant glad over de korstdeeg. Snij de tompouces met een glaceer mes in de juiste maat.

Zet ze in een case en spuit er nog een baan of rozet slagroom bovenop.