Begin met het maken van de soepstengels. Meng hiervoor 300 gram bloem, 4,5 gram gedroogde gist, 180 ml lauwwarm water, 30 ml olijfolie, 6 gram zout en kneed dit 7 minuten tot een glad deeg. Dek het af en laat het 60 minuten op een warme plaats rijzen.

Verdeel het deeg in 14 stukjes en rol ze tot staafjes van ongeveer 10 cm. Rol ze daarna tot ongeveer 20 cm. Maak ze nat en rol ze door de 150 gram geraspte kaas en bestrooi ze met 2 eetlepels maanzaad en 1 eetlepels paprikapoeder. Laat ze 40 minuten rijzen en bak ze daarna af in een oven op 220 graden in ongeveer 12 tot 15 minuten.

Snij de ui en knoflook voor de preisoep en zet het aan in een beetje olijfolie.

Snij en was 2 preien en bewaar wat witte prei voor decoratie. Voeg de prei bij de ui en knoflook, zet het even aan en blus af met 1 liter groentebouillon.

Schil en snij 2 aardappelen fijn. Voeg deze toe aan de soep en breng het aan de kook. Zodra het kook laat je het nog even 20 minuten door pruttelen. Pureer daarna de soep en voeg de mosterd en crème fraîche hier aan toe. Breng dit op smaak met zout en peper.

Hak de kruiden (peterselie, bieslook, oregano), de knoflook en de rode peper voor de chimichurri fijn en meng alles door elkaar.

Voeg 50 ml rode wijnazijn, 1 theelepel mosterd en een flinke scheut olijfolie toe en breng op smaak met zout en peper.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Doe een plak provolone in een ovenvaste schaal en zet deze voor ongeveer 15 minuten in de oven.

Snij ondertussen de zongedroogde tomaten in reepjes. Haal de provolone uit de oven en leg er de zongedroogde tomaatjes bovenop. Voeg twee eetlepels chimichurri toe en schep de kaas een keer om zodat de chimichurri een beetje door de kaas heen zit.

Eet dit met stokbrood uit de oven. Krokant of zacht dat is aan jou!