Voor de taart verwarm je de oven voor op 180 graden. Snij de boter in blokjes en mix de boter samen met de suiker tot een luchtige massa. Voeg vervolgens één voor één de eieren toe, waarbij je het volgende ei pas toevoegt als het vorige volledig is opgenomen. Meng in een kom de karnemelk met de cacao, kaneel, rode kleurstof en de witte wijn azijn door elkaar. Giet het karnemelkmengsel bij het beslag en voeg voorzichtig de bloem en baking soda toe. Rasp de sinaasappelschil erdoor en voeg het sap van de citroen toe. Als laatst voeg je het binnenste van één vanillestokje toe. Bak de taart 45 min. in de voorverwarmde oven. Stort de taart op een rooster en laat afkoelen.

Ga verder met de witte chocolade frosting. Smelt de witte chocolade au bain-marie en zet even opzij zodat het kan afkoelen. Mix de roomkaas in een aantal minuten zacht en luchtig. Voeg de poedersuiker toe en mix in 5 min. tot een romig geheel. Roer met een spatel de afgekoelde chocolade door de roomkaas. Voeg het merg van de vanille toe en mix ongeveer 2 min.

Bedek de afgekoelde taart met de frosting. Rasp de pure chocola over de frosting en bedek de taart met wat partjes sinaasappel en eventueel een paar stukjes chocola. Zet de taart in zijn geheel nog even in de koelkast, zodat de frosting goed uithardt.

Maak de glühwein. Doe de rode wijn in een steelpan en verwarm. Voeg als eerste de suiker toe en de buitenkant van de vanillestokjes die je voor de taart hebt gebruikt, want daar zit nog genoeg smaak aan. Snij de sinaasappel in plakken en voeg toe aan de wijn. Voeg vervolgens de andere ingrediënten toe aan de wijn. Laat het niet te heet worden, dan verdampt de alcohol. Roer tot de suiker is gesmolten, haal de glühwein van de warmtebron en laat nog 15 min. rusten.