Verwarm de oven voor op 210 graden. Doe de bloem en gist samen in een kom. Voeg 190 gram boter en 15 gram melk toe. Meng alles goed door elkaar. Voeg één voor één de eieren toe en draai tot een soepel deeg.

Vet de baba vormpjes in met de gesmolten boter en verdeel het deeg over de vormpjes. Zorg ervoor dat de vormpjes ongeveer tot de helft gevuld zijn en laat ze 35 minuten rijzen. Na het rijzen bak je de baba zo’n 25 à 30 minuten in een voorverwarmde oven. Let op; als ze bruin zijn dan zijn ze goed.

Ga verder met het maken van de siroop. Doe het water, de fijngehakte verse gember en de blaadjes van de tijm in een pan. Voeg daar de bruine suiker en het sap van de citroen en de rum aan toe. Kneus de sereh en doe dit samen met het vanillestokje ook in de pan. Breng het geheel aan de kook en laat het zo'n 20 minuten rustig pruttelen. Als de siroop klaar is laat je het afkoelen in de koelkast. Passeer de afgekoelde siroop door een zeef. Haal de baba uit de vormpjes en laat ze zo'n 24 uur marineren in de siroop. 

Zet een grote lege kom 2 uur in de koelkast om koud te worden. Klop de room stijf in deze kom (de kom moet dus heel koud zijn).

Haal de baba uit de siroop en laat ze uitlekken op keukenpapier. Snijd de baba in tweeën en leg ze op het midden van een diep bord. Leg er 1 eetlepel abrikozenjam op en wat limoen en citroenrasp. Daarnaast een eetlepel slagroom en wat gemalen hazelnootjes en een draai uit de pepermolen. Schenk een beetje siroop over het gerecht en strooi er gedroogde bloemblaadjes overheen.