Mix het zelfrijzend bakmeel met het bakpoeder en de boter en knijp de boter fijn tot er kruimels ontstaan. Mix dit door elkaar heen. Week de rozijnen 10 minuten in heet water. Hak de cashewnoten grof.

Voeg een beetje zout, de eieren, karnemelk en de basterdsuiker toe aan het botermengsel. Kneed dit erdoorheen tot er een deeg ontstaat. Kneed dan ook de rozijnen door het deeg en voeg de cashewnoten toe. Als dit goed gemengd is stop je met kneden. 

Rol het deeg uit in een beetje bloem tot een dikte van ongeveer 4 cm. Laat dit rusten met een theedoek er overheen.

Maak nu de frambozenjam. Doe de frambozen met de geleisuiker en een beetje citroensap in een pannetje. Roer dit goed door elkaar. Zet het pannetje op het vuur en breng het roerend aan de kook. Kook dit daarna nog zo'n 5 minuten en laat het afkoelen. Je kunt tijdens het koken alvast het sap uit de citroenen persen en zeven voor de lemon curd. 

Als je deeg lang genoeg heeft gelegen, steek je met een steker zoveel mogelijk rondjes eruit. Voeg het deeg samen en rol weer uit tot 4 cm. Steek door tot het deeg op is. Leg de scones met de onderkant naar boven op een bakplaat. Klop het ei los en strijk de scones in met het ei. Laat de scones nog 10 minuten staan voor je ze gaat bakken. Bak de scones ongeveer 15 minuten af op 220 graden.

Zet een pan water op en doe daar een kom bovenop. Je maakt de lemon curd au bain-marie. Doe het citroensap met de boter in de kom en laat het smelten. Meng de eieren met de suiker en voeg deze bij het citroensap en boter. Blijf goed roeren wanneer je dit doet. Als de lemon curd dik geworden is kan je het van het vuur halen, dit kan even duren. Haal het uit de pan en laat het afgedekt afkoelen.

Haal de scones uit de oven. Serveer de scones met de lemoncurd, frambozenjam en de clotted cream.